Toets Islam

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Toetsmoment Islam

Wat heb je onthouden van de lessen over de islam?

Wat is GEEN zuil van de islam?

1. vijf keer per dag bidden
2. naar de moskee gaan
3. de geloofsbelijdenis uitspreken
4. armenbelasting betalen

Wanneer is de Islam ontstaan?

1. 7e eeuw v. Chr.
2. 7e eeuw n. Chr.
3. 8e eeuw n. Chr.
4. 9e eeuw n. Chr.

Bij welk belangrijk feest hoort het verhaal van Ibrahim?

1. suikerfeest
2. offerfeest
3. ramadan
4. bedevaart

Begrip: Voorganger in de moskee

1. Imam
2. Azan
3. Soenna
4. Hadith

Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de islam en het christendom? Sleep de woorden/zinnen naar de juiste kant

overeenkomst

verschil

geloof in één God

De profeten voor Mohammed

Mohammed als profeet

Jezus als profeet

het beeld dat men heeft van God

Koran

Welke zuil/ritueel zie je én in welk gebouw?

1. bidden in de Ka'aba
2. vasten in de moskee
3. bidden in de moskee
4. vasten in de Ka'aba

Bidden

Bedevaart

Armenbelasting

Geloofsbelijdenis

Vasten

Mekka

Er is 1 God

Bekeren tot islam

Ramadan

Suikerfeest

Islam betekent letterlijk?

1. Overgave aan Mohammed
2. God is groot
3. Overgave aan God
4. God is almachtig

Door wie werd de Koran aan Mohammed gegeven?

1. Mozes
2. Ibrahim
3. Ismail
4. Djibriel

Begrip:
Halal

1. Boodschapper van God
2. Voorganger in de moskee
3. Toegestaan
4. Verboden

Lees de tekst hieronder goed door en beantwoord de vragen.

‘Na het moskeebezoek wordt de middag verder feestelijk doorgebracht. Onder de eeuwenoude bomen van het dorp eten ze couscous en een stoofschotel van groenten en rundvlees. Vreemdelingen, gasten en familieleden uit andere dorpen eten mee. De oude Marokkaanse traditie van onderlinge hulp en gastvrijheid wordt door iedereen in het dorp in ere gehouden. Ook al zijn sommige inwoners bepaald niet welvarend. Velen hebben een groot deel van het jaar zelfs geen werk. Alleen tijdens de olijvenpluk in december en januari en tijdens de graanoogst in juni en juli is werk voor iedereen. Toch lijdt niemand honger of gebrek, ze helpen elkaar zoals de regels van de islam dat voorschrijven.’  

Vraag bij tekst hiervoor:
Welke 2 begrippen passen het beste bij de tekst?

1. ramadan - geloofsbelijdenis
2. sharia -koran
3. umma - armenbelasting
4. suikerfeest - haram

Wat zie je op de afbeelding (bij de pijl)?

1. Ka'aba
2. Imam
3. Hijra
4. Minaret

00:08

Welk begrip hoort hier bij?

1. salaat
2. zakaat
3. hadj
4. saum

00:33

Geef twee redenen waarom het normaal heel druk zou zijn in deze periode in de moskee?

01:21

Wat betekent Allah (als je het vertaald vanuit het Arabisch)?

1. Er is maar 1 God
2. De God
3. Zoon van God
4. Dit is de naam van God

In welke taal is de Koran aan Mohammed verteld?

1. Arabisch
2. Hebreeuws
3. Moslim
4. Nederlands

Geef twee redenen waarom sommige moslims vinden dat je de Koran niet mag vertalen.