Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling aanwijzend vnw en bn
Herhaling aanwijzend vnw en bn
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Beroepsopleiding
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling aanwijzend vnw en bn
Slide 1 - Diapositive
Deze les
- Voorlezen
- Toets opgeven
- Oefenen les 29 en 53
- Nakijken les 29 en 53
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Noteer van de volgende zinnen de aanwijzende voornaamwoorden en de woorden waarnaar het aanwijzend voornaamwoord verwijst.
In de vakantie gaan we weer naar die leuke camping.
Slide 5 - Diapositive
Noteer van de volgende zinnen de aanwijzende voornaamwoorden en de woorden waarnaar het aanwijzend voornaamwoord verwijst.
Deze schoenen lopen veel beter dan mijn oude gympen.
Slide 6 - Diapositive
Noteer van de volgende zinnen de aanwijzende voornaamwoorden en de woorden waarnaar het aanwijzend voornaamwoord verwijst.
Toevallig hebben mijn vriendin en ik vandaag dezelfde trui aan.
Slide 7 - Diapositive
Vul in de zinnen een passend aanwijzend voornaamwoord in.
NPO zendt iedere week …… interessante documentaire uit.
Slide 8 - Diapositive
Vul in de zinnen een passend aanwijzend voornaamwoord in.
Niemand had …... uitslag verwacht voor ze begonnen aan de
wedstrijd.
Slide 9 - Diapositive
Samen oefenen
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Jerry draagt een
stoer
jasje.
Want hij is een
cool
e
jongen.
Hij heeft het gekregen van zijn
liev
e
moeder.
Die
zilver
en
mouwen zijn echt heel dope.
Ik heb
metal
en
velgen gekocht voor mijn racefiets.
In dat
knuss
e
huis woont haar opa.
Het is net een
goud
en
kooi.
Dat is een
schitterend
verhaal.
Ik krijg er bijna
vochtig
e
ogen van.
Slide 10 - Diapositive
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
QUIZ
Slide 11 - Diapositive
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 12 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 13 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
Slide 14 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
Slide 15 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
Slide 16 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 17 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
Slide 18 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke
Slide 19 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspelling - Voltooiddeelwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
H13: bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
45-1: Spelling bijvoeglijk naamwoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Alle woordsoorten klas 1H
Novembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica klas 2
Juillet 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Nederlands Woordsoorten
Mai 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
taalkundig herh 2 voornaamwoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Alle woordsoorten klas 1V
Avril 2020
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1