Thema 1 Ademhaling en verbranding T2 Herhaling toetsweek
1 / 22
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
bladgroenkorrel zorgt voor fotosynthese
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
wat heb je nodig voor
verbranding?
verbranding?
Slide 5 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
bij dit proces komt energie vrij
A
fotosynthese
B
verbranding
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Voor fotosynthese is zonlicht nodig?
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
verbranding of fotosynthese?
glucose+zuurstof-> energie+koolstofdioxide+water
glucose+zuurstof-> energie+koolstofdioxide+water
A
fotosynthese
B
verbranding
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Vindt in gras fotosynthese plaats?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water
Slide 11 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
longblaasjes
longen
brochien
luchtpijptakjes
luchtpijp
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom is neusademhaling beter dan mondademhaling? (meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
Het filtert de lucht.
B
Het maakt de lucht vochtig.
C
De lucht wordt verwarmd.
D
De lucht wordt gekeurd (je kunt het ruiken).
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
In de longblaasjes wordt ...
A
zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven
B
koolstofdioxide opgenomen en zuurstof afgegeven
C
Glucose opgenomen en koolstofdioxide afgegeven
D
zuurstof opgenomen en glucose afgegeven
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe wordt de luchtpijp altijd opengehouden
A
Kraakbeenringen
B
strot
C
hij is niet altijd open
D
Bronchien
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
BIj verslikken staat de huig OPEN/DICHT. Het strotklepje staan dan OPEN/DICHT
A
Huig open-strotklepje open
B
Huig open-strotklepje dicht
C
Huig dicht- strotklepje open
D
Huig dicht-strotklepje dicht
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen zodat je inademt/uitademt.
Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt
Slide 17 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke tekeningen geven stand middenrif na inademing?
A
figuren 1 en 3
B
figuren 1 en 4
C
figuren 2 en 3
D
figuren 2 en 4
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
waarom is roken verslavend?
Slide 19 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Kinderen die vapen gaan op latere leeftijd vaak roken
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
WIET ROKEN MET EEN WATERPIJP IS MINDER SCHADELIJK DAN HET ROKEN VAN EEN JOINT
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Het goede antwoord: niet waar
Roken door een waterpijp helpt wel iets maar onvoldoende. Het koelt de rook en er blijft iets van het teer achter in het water maar dat is niet veel. Ook het inademen van koolmonoxide wordt iets geremd.
Echter er blijft ook THC in het water achter. Dat betekent dat je dus meer moet gaan roken om effect te voelen. Dit doet een positief effect van de waterpijp weer teniet.
Roken is ... voor je longen door alle stoffen die er in zitten. Bewegen is juist .... voor je omdat je longen er ... en ... door worden. Smog is ... voor je longen omdat het je longen ... . Ventilatie zorgt ervoor dat ... weg kan en ... de ruimte in kan.
Vul de gaten
Slecht
Koolstofdioxide
Sterker
Zuurstof
Goed
Groter
Slecht
Vervuilt
Slide 22 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
