1 Pluriforme Samenleving Leven tussen verschillende culturen

Pluriforme samenleving


1. Leven tussen verschillende culturen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pluriforme samenleving


1. Leven tussen verschillende culturen

Slide 1 - Diapositive

Pluriforme samenleving
Deze deeltaak gaan we kijken naar Nederland. Nederland is een pluriforme samenleving. Maar wat betekent dat eigenlijk ? En wat vinden jullie daar eigenlijk van? 

SE 4: Pluriforme Samenleving 28 maart

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
2. Quiz(je) pluriforme samenleving
3. Filmpje: Wit is ook een kleur
4. Uitleg H6
5. zelfstandig werken


Slide 3 - Diapositive

Pluriforme samenleving
Waar denk jij aan bij een pluriforme samenleving
Geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent pluriform volgens jou?
A
Hetzelfde
B
Uniform
C
Veelvormig
D
Verschillend

Slide 5 - Quiz

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
veel verschillende culturen

Slide 6 - Quiz

Wat is volgens jou een voordeel van een pluriforme samenleving?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is volgens jou lastig in de pluriforme samenleving?

Slide 8 - Question ouverte

Even over nadenken...
We kijken een fragment uit 'Wit is ook een kleur'


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Ben je verbaasd over de uitspraken van de kinderen?
A
Ja
B
Een beetje
C
Niet heel erg
D
Nee

Slide 11 - Quiz

Kun je uitleggen waarom je wel of niet verbaasd bent?

Slide 12 - Question ouverte

Telefoon weg, schrift erbij :)

Slide 13 - Diapositive

Pluriforme samenleving


1. Leven tussen verschillende culturen

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat dominante cultuur is en wat subculturen zijn.
  • Je kunt voorbeelden noemen van de dominante cultuur en de verschillende subculturen.
  • Je kunt uitleggen waarom culturen per plaats, tijd en groep verschillen.

Slide 15 - Diapositive

Pluriforme samenleving
Twee begrippen om dit hoofdstuk goed te kunnen begijpen: 

Pluriforme samenleving is een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen  => Pluriform betekent veelvormig

Cultuurgroepen => Groep mensen die dezelfde normen, waarden en gewoonten heeft.



Slide 16 - Diapositive

Dominante cultuur
Dominante cultuur = De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

  • Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten. Enne  vrijheid van meningsuiting, Koningsdag en gelijke behandeling van vrouwen, de Gay-Pride etc.

Slide 17 - Diapositive

Subculturen
Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, regio, werk of geloof

  • Je gedraagt je volgens de normen, waarden en gewoonten van deze groep
  • Je hoort meestal niet bij één subcultuur, maar bij de voetbalclub, deze school, groep gamers etc. 

Slide 18 - Diapositive

Soorten subculturen
  • geloof  => Joden, moslims, protestanten, katholieken
  • muziek 
  • werk =>  
  • politiek => socialisten, liberalen, christen-democraten
  • woonplaats => Amsterdammers en Friezen 
  • land van herkomst

Slide 19 - Diapositive


Ethnische subculturen




Deze subculturen zijn gebaseerd op land van herkomst, zoals: 
Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen,  Iraniërs.
Vaak houden mensen tradities uit het land van herkomst in ere. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Culturen verschillen
  • Per groep (Hiphoppers gedragen zich anders dan Jehova's getuigen. 
  • Per plaats (Boeren en smakken bij het eten is in China heel beleefd, hier niet) 
  • In tijd (Vroeger was seks voor het huwelijk echt not done)

Slide 22 - Diapositive

Filmpje: Pluriforme samenleving


In het volgende filmpje krijg je een basisuitleg over de Pluriforme samenleving in Nederland. Dit vormt de basis voor dit hoofdstuk. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Behoort deze jongen tot de dominante cultuur, een subcultuur of beide?
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Beide

Slide 25 - Quiz

Kerst, Koningsdag, Bevrijdingsdag, drop en haring behoren tot de:
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 26 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een etnische subcultuur?
A
Sporters
B
Friezen
C
Skaters
D
Surinamers

Slide 27 - Quiz

Op het pieperfestival in Emmeloord wordt een uniek feest gevierd waar onder andere gratis patat wordt uitgedeeld.
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Tegencultuur
D
Etnische subcultuur

Slide 28 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een?
A
Migratie
B
Dominante cultuur
C
Nationaliteit
D
Subcultuur

Slide 29 - Quiz

Aan de slag!
  • Werk aan de leerdoelen: 

  • Je kunt uitleggen wat dominante cultuur is en wat subculturen zijn en een voorbeeld van dominante cultuur en de verschillende subculturen geven. 
  • Je kunt uitleggen waarom culturen per plaats, tijd en groep verschillen.

Slide 30 - Diapositive