10. 5 feb: Literatuur (les 8, 9)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo4d

Op tafel:

Map/schrift, pen, oefenboek, theorieboek

• Jas uit en over je stoel.
  
• Telefoon in je tas.
• Tas op de grond.

Communiceren doe je samen 2

• Startopdracht
• Literatuur
• Aan de slag + bespreken

Vandaag woensdag 5 februari:

Communiceren doe je samen 2

Nieuwe lesstof                      Herhalende lesstof:

Communicatie: 

les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 

les 5, 6, 8, 9, 10 + 

begrippen 156-159

Communicatie: 

les 2, 3, 4, 5, 6

Literatuur: 

les 1, 2, 3

vwo

Communiceren doe je samen 2

Startvraag:

• Schrijf zo veel mogelijk begrippen op over literatuur. 

Communiceren doe je samen 2

https://www.youtube.com/shorts/xyKVHNY1ULU 

Leerdoelen

1. R: Ik weet dat dichters de werkelijkheid buiten de echte wereld willen oproepen. 
2. T1: Ik kan vormen van beeldspraak herkennen en benoemen.  

Communiceren doe je samen 2

Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt. 

Voorbeelden van beeldspraak:

• Metafoor: het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid niet. > Zij heeft een hart van goud (b). Geen w

• Vergelijkingen met verbindingswoord: De auteur geeft een beeld (b) om iets uit de werkelijkheid (w) te omschrijven. > Je ziet (w) eruit alsof je nog slaapt (b).

Communiceren doe je samen 2

Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt. 

De meisjes hier zijn volwassen vrouwen. Maar wat is het beeld dat je krijgt over hun leeftijd?

Communiceren doe je samen 2

Beeldspraak: taalgebruik in een gedicht waardoor een beeld zichtbaar wordt. 

Het onbekende (beeld) koppelen aan het bekende (woorden).

Woorden hebben een brugfunctie > ze dragen de betekenis over. 

Communiceren doe je samen 2

Pak je oefen- en theorieboek erbij en maak opdracht 2. 

Schrijf ze op in je schrift.

Communiceren doe je samen 2

• a De koninginnen op het schaakbord staan voor de volwassen vrouwen die de meisjes eens zullen zijn.
• b ‘De twee vrouwen’ in regel 16 verwijst naar de witte en zwarte koningin en naar de twee kleine meisjes.
• c De koninginnen beheersen het bord omdat ze het machtigste stuk op het schaakbord zijn. De meisjes beheersen het bord omdat zij degenen zijn die bepalen welke stukken waarnaartoe worden verplaatst.
• d De pionnen, die het voetvolk zijn van de koninginnen, worden vergeleken met mannen (die door vrouwen gemanipuleerd kunnen worden).

antwoorden niet besproken

Communiceren doe je samen 2

• e In de eerste strofe worden de meisjes beschreven als kinderen, die nog geen weet hebben van de machtsverhoudingen en van de erotiek in de volwassenenwereld. In de laatste strofe hebben de meisjes zich geïdentificeerd met hun koninginnen. Daardoor voelen ze zich machtig, sterk en zelfbewust. Ze zijn nog steeds hartsvriendinnen, maar de solidariteit uit de kinderjaren heeft plaatsgemaakt voor een ‘ieder voor zich’-mentaliteit die dat het soms wint van hun vriendschap. 

antwoorden niet besproken

Communiceren doe je samen 2

Pak je oefen- en theorieboek erbij en maak opdracht 4. Schrijf je antwoorden in je schrift.

• Klaar? Lees hst 8 en 9 op pg 148-151.

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Stijlfiguren die we al gezien hebben: 

• vergelijkingen met verbindingswoord
• metafoor
  

En ook nog twee andere stijlfiguren: 

• personificatie
• synesthesie

Communiceren doe je samen 2

Personificatie

• Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
  
• Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.

Communiceren doe je samen 2

Personificatie

• Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
  
• Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.

 

Bijvoorbeeld:

Het schilderij wil ons laten zien hoe mensen vroeger leefden.

Wil het schilderij ons iets laten zien? 

Communiceren doe je samen 2

Synesthesie: 

• twee soorten zintuigelijke waarnemingen worden vergeleken
  

Communiceren doe je samen 2

Synesthesie: 

• twee soorten zintuigelijke waarnemingen worden vergeleken
  

Bijvoorbeeld:

Haar zinnen bestaan uit zijden woorden. 

zijden = stof > voelen   +    woorden = horen 

Communiceren doe je samen 2

Lyrisch ik

• Met 'ik', 'mij' verwijst de schrijver naar zichzelf.  
  

Begrippen uit deze les

• Beeldspraak:
• metafoor
• vergelijking met verbindingswoord
• personificatie
• synesthesie

• lyrisch ik