2.2 De groei en opbouw van steden

H2.2 De groei en opbouw van steden
Leerdoelen:
  • Ik kan het verschil uitleggen in de groei van steden in rijke en arme landen. 
  • Ik kan uitleggen waarom de plattegrond van steden in rijke en arme landen verschilt. 
  • Ik kan de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land herkennen. 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2.2 De groei en opbouw van steden
Leerdoelen:
  • Ik kan het verschil uitleggen in de groei van steden in rijke en arme landen. 
  • Ik kan uitleggen waarom de plattegrond van steden in rijke en arme landen verschilt. 
  • Ik kan de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land herkennen. 

Slide 1 - Diapositive

Oorzaak: waarom zijn er verschillen?
Rijke landen
  • Steden groeiden vanaf de Industriele revolutie (1750 - 1900). (urbanisatie)
  • Rond het centrum kwamen fabrieken en woningen voor de arbeiders. 
  • Vanaf 1960 neemt de welvaart toe en verhuizen mensen weeer terug naar het platteland. (suburbanisatie)
  • Het centrum wordt een CBD met kantoren, hoge gebouwen, chique winkels. Het is er heel duur dus woont er niemand. 

Slide 2 - Diapositive

Plattegrond van een stad
blz. 30 bron 8
Opdracht: 
Kijk naar bron 8 en zoek samen minimaal 4 verschillen en 1 overeenkomst tussen een stad in een rijk land en een arm land. Schrijf deze 5 verschillen achterin je werkboek bij de aantekeningen. 

Slide 3 - Diapositive

Oorzaak: waarom zijn er verschillen?
Arme landen
  • De steden groeiden veel later (1960)
  • Aan de randen van de stad ontstaan krottenwijken. 
  • Sommige krottenwijken worden verbeterd, maar ze blijven gevaarlijk. 
  • Er is een CBD met kantoren en er zijn buurten voor de middenklasse en rijken. 
  • In rijke landen wordt alles goed gepland want er is geld en tijd voor. De infrastructuur (wegen;spoorwegen;vliegveld) en riolerling zijn goed. 

Slide 4 - Diapositive

Steden in arme landen groeiden vooral vanaf
A
De industriële revolutie
B
De Tweede Wereldoorlog
C
1960
D
1970

Slide 5 - Quiz

CBD betekent:
A
Central Bureau District
B
Central Buisiness District
C
Central Base Department
D
Central Bank Development

Slide 6 - Quiz

Zowel een stad in een rijk als in een arm land hebben een CBD
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Urbanisatie betekent
A
Dat een stad groeit omdat er mensen naartoe verhuizen
B
Dat mensen van de stad naar het platteland verhuizen.
C
Dat mensen naar een ander land verhuizen
D
Dat een stad kleiner wordt.

Slide 8 - Quiz

Suburbanisatie is...
A
dat mensen naar de stad verhuizen
B
dat mensen naar een ander land verhuizen
C
dat mensen op het platteland gaan wonen
D
dat een stad groeit

Slide 9 - Quiz

Wat ontstond er aan de rand van steden in een arm land.
A
Villawijken
B
parken
C
een CBD
D
krottenwijken

Slide 10 - Quiz

Wat hoort niet bij infrastructuur
A
straten
B
spoorwegen
C
riolering
D
inkomen

Slide 11 - Quiz