4.4 Afronden in praktische situaties

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde





1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde





Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check in
- Wie is er wel en wie niet
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen 
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwachtingen
Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- Luister je stil naar de instructie
- Werken we netjes en serieus
- Hebben we respect voor elkaar
- Mag je vragen stellen en fouten maken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
- Terugblik 
- Voorkennis
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen afronden
Test

Lukt het met afronden?
We gaan een testje maken.
Wat gaat al goed?/ Wat is nog lastig?
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

De leerlingen maken zelfstandig het werkblad.
Dit is een check om te kijken wie het doel van vorige les nog beheerst.
Doel van deze les
Ik kan
- Ik kan afronden op praktische situaties


praktisch = in situaties die 'in het echt' voorkomen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels voor afronden
Als er niet bij staat HOE je moet afronden:

- Kijk naar de situatie.
- Geldbedragen rond je af op 2 decimalen
- Contante betalingen rond je af op veelvouden van 5 cent.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Winkel 
Je moet €6,63 betalen.

Wat geef je?
€6,61 wordt €6,60
€6,62 wordt €6,60
€6,63 wordt €6,65
€6,64 wordt €6,65
€6,66 wordt €6,65
€6,67 wordt  €6,65
€6,68 wordt €6,70


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktische situatie
Je gaat je kamer verven. Je kamer is 34m2. Eén blik verf is genoeg voor 8m2. 

Hoeveel blikken verf heb je nodig?



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jet koopt een brood voor €2,85 en een taartje voor €1,73. 

Ze betaalt contant. Wat moet ze betalen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen onder elkaar.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken:
blz 191: oefening 63, 64 

blz 192: oefening 65, 66, 67 
68, 69, 70, 71 , 75 



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions