Kerstquizz

Kerstquizz
kerst weetjes
Kerst hits
Agogiek: schoolkind
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerstquizz
kerst weetjes
Kerst hits
Agogiek: schoolkind

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema: feestdagen
2 Rondes

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RONDE 1

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een schoolkind is een kind van:
A
6-12 jaar
B
6-10 jaar
C
4-12 jaar
D
7-12 jaar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de groeispurt die je bij een ouder schoolkind ziet is het signaal dat.........
A
de rijping begint
B
de puberteit begint
C
er een groeispurt begint
D
hij ouder wordt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie start de puberteit eerder?
A
jongen
B
meisje
C
allebei tegelijk
D
jongens en meisjes

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de schijf van vijf?
A
een voorlichtingsmodel over gezond eten
B
vijf voedingsmiddelen die je niet moet eten
C
schijf van vijf vakken die je moet eten
D
een gezondheidsadvies

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voeding heeft invloed op de cognitieve ontwikkeling, ondervoeding zorgt voor:
A
minder nieuwsgierigheid, minder aandacht en motivatie om te leren
B
kind krijgt snel leerachterstanden
C
kind groeit niet meer
D
kind is alleen maar moe en heeft geen energie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een schoolkind komt het realiteitsdenken in plaats van fantasiedenken. Wat betekent realiteitsdenken?
A
het is het denken waarbij iemand de zaken ziet zoals ze zijn
B
het is het denken over de niet tastbare werkelijkheid
C
het kind heeft fantasievriendjes
D
bij realiteitsdenken gaat het kind logische verbanden leggen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Wat is de naam van dit rendier met zijn rode neus?
A
Blitzen
B
Comet
C
Rudolph
D
Vixen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Hoeveel rendieren heeft de kerstman naast Rudolf?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bij het schoolkind zijn drie manieren van denken zichtbaar
A
realiteitsdenken, animistisch denken, logisch denken
B
realiteitsdenken, abstract denken, logisch denken
C
animistisch denken, ervaringsleren, logisch denken
D
logisch denken, fantasiedenken, animistisch denken

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De taalontwikkeling bestaat uit het totaal aantal woorden dat iemand kent. De woorden die iemand begrijpt maar zelf niet gebruikt noem je de:
A
actieve woordenschat
B
totale woordenschat
C
passieve woordenschat
D
taalvaardigheid

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf groep 3 leert een kind steeds beter lezen. Wat betekent Belevend lezen?
A
het vermogen om geschreven teksten te begrijpen
B
het vlot kunnen koppelen van de juiste klanken aan de juiste lettertekens
C
het verklanken van letters
D
het plezier beleven aan het lezen zelf, omdat het verhaal je iets doet

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Waarom vieren we kerst op 25 december?
A
Heeft keizer Constantijn bepaald in de 4e eeuw na Chr.
B
Jezus is geboren op deze datum
C
Feestdagen zijn leuker om in de wintermaanden te vieren

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. Wat vieren de christenen met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De sterfdag van Jezus
C
De wederopstanding van Jezus

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De zone van naaste ontwikkeling is:
A
hoe gemakkelijk een kind leert
B
dat wat een kind nog net niet kan, maar met wat hulp wel
C
de dingen die een kind nog niet zo goed kan compenseert
D
de prestatiegerichtheid van het kind

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang bestaat de film 'The grinch who stole Christmas'?
A
50 jaar
B
55 jaar
C
60 jaar
D
65 jaar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de leergeschiktheid van een kind hangt af van:
A
- intellectuele vermogens - sociale milieu van het kind - persoonlijkheid
B
- persoonlijkheid - hersenontwikkeling - lichamelijke ontwikkeling
C
- intellectuele vermogens - sociaal/emotionele ontw. - persoonlijkheidsontw.
D
- sociale milieu van het kind - hersenontwikkeling - cognitieve ontwikkeling

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Hoe schrijf je het woord 'kerstochtend' correct?
A
Kerstochtend
B
kerstochtend
C
Hoofdletter of kleine letter maakt niet uit
D
kerstochtent

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Hoe noemen we zo'n kerstfiguur?
A
Wachtertje
B
Guardian
C
Notenkraker
D
soldaat

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. De Notenkraker is ook bekend als een......
A
Ballet
B
Opera
C
Cabaret
D
concert

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Hoe wordt de vorm van deze cake genoemd die we tijdens de kerst vaak eten?
A
Cakeschaal
B
Tulband
C
Springvorm
D
Bakring

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Als je hier onder staat samen met iemand, dan moet je diegene...
A
Knuffelen
B
Kussen
C
Een hand geven
D
Een duw geven

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9. In het Engels is de naam mistletoe; in het Nederlands noemen we dat....?
A
Maretak
B
Hulst
C
Spar
D
Hazelaartak

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

11. Hoe heet de jongen van 'Home Alone' die per ongeluk wordt vergeten?
A
McCauley
B
Kevin
C
Justin
D
Marvin

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent conformisme?
A
kind wil erbij horen, past zich aan
B
de dingen die het kind niet goed kan compenseert hij met dingen waar hij goed in is
C
kind houdt zich afzijdig van de groep, wil er niet bij horen
D
kind komt voor zichzelf op

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekent pesten?
A
meelopen met anderen
B
met opzet lichamelijk en geestelijk kwetsen van een ander die minder sterk is
C
plagen waarbij het grappig bedoelt is en de ander dat voelt als pesten
D
beide partijen zijn gelijkwaardig en plagen elkaar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je over de ontwikkeling van het geweten?
A
6 jarige let op de bedoelingen van het gedrag, 9 jarige op het effect van gedrag
B
normbesef heeft te maken met dat je weet wat je allemaal goed doet
C
6 jarige let op het effect van gedrag. 9 jarige op de bedoelingen
D
tussen 6 en 9 jaar is het geweten volledig ontwikkelt

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

moet je het kind ondersteunen of weghouden van een nare gebeurtenis?
A
niet weghouden, alles laten beleven als een volwassene leren omgaan met tegenslagen
B
weghouden, kinderen kunnen nare gebeurtenissen moeilijk aan. Hun fantasie speelt nog grote rol
C
kijken naar wat een kind aan kan, anders niet betrekken als het zelf heel emotioneel is
D
niet weghouden, ondersteuning bieden. laat je ondersteuning aansluiten bij niveau kind

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

12. Op welke dag valt Driekoningen?
A
4 januari
B
5 januari
C
6 januari
D
7 januari

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

13.Wat doe je weg na Driekoningen?
A
Kerstboom
B
Oude kleding
C
Onkruid
D
Cadeaus die je niet gebruikt

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn kenmerken van de creatieve ontwikkeling bij een 8 jarige?
A
kind gaat creatieve activiteiten steeds meer de werkelijkheid weergeven op realistische wijze
B
kind raakt geboeid door vormen en kleuren, experimenteert met passer, liniaal en vormen
C
oog hand coördinatie is nog niet volledig ontwikkelt
D
schoolkind heeft niet veel interesse op deze leeftijd voor creatieve opdrachten. richt zich liever op taal of rekenen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

met wie speelt een 9 jarige liever, met een jongen of een meisje?
A
meisje speelt met meisje, ze vinden jongens stom
B
jongen speelt liever met meisjes
C
meisje speelt liever met jongens
D
het maakt ze niets uit

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kersthit is wereldwijd het meest bekend?
A
Last Christmas
B
Jingle Bells
C
All I want for Christmas
D
Let it snow

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

RONDE
2

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artiest?
A
Ariane Grande
B
Whitney Houston
C
Mariah Carey
D
Kelly Clarkson

Slide 41 - Quiz

Mariah Carey - All I Want For Christmas
Titel?
A
Merry X-mas
B
Let It Snow
C
Jingle Bells
D
Jingle Bell Rock

Slide 42 - Quiz

Bobby Helms - Jingle Bell Rock
Artiest?
A
Justin Bieber
B
Justin Timberlake
C
Justin Hayward
D
Justin Gatlin

Slide 43 - Quiz

Justin Bieber - Mistletoe
Titel?
A
All I Want For Christmas
B
Santa Baby
C
Last Christmas
D
Winter Wonderland

Slide 44 - Quiz

Wham! - Last Christmas
Artiest?
A
Beyoncé
B
Destiny's Child
C
Kelly Clarkson
D
Sia

Slide 45 - Quiz

Destiny's Child - 8 Days Of Christmas
Titel?
A
Santa Claus Is Coming To Town
B
Driving Home For Christmas
C
You Make It Feel Like Christmas
D
Let It Snow

Slide 46 - Quiz

Gwen Stefani & Blake Shelton - You Make It Feel Like Christmas
Artiest?
A
Band Aid
B
Michael Bublé
C
Frank Sinatra
D
John Lennon

Slide 47 - Quiz

Michael Bublé - It's Beginning To Look A Lot Like Christmas
Titel?
A
This Christmas
B
One More Sleep
C
Santa Baby
D
My Only Wish (This Year)

Slide 48 - Quiz

Britney Spears - My Only Wish (This Year)
Artiest?
A
ABBA
B
Queen
C
Pretenders
D
Wham!

Slide 49 - Quiz

ABBA - Happy New Year
Titel?
A
Christmas kind
B
Santa is coming
C
Christmas Lights
D
Joy To The World

Slide 50 - Quiz

Coldplay - Christmas Lights