2.3 Reductiedeling

Reductiedeling
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Reductiedeling

Slide 1 - Diapositive

Planning

Uitleg 2.3
Microscopie
Huiswerk / opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
* Je kent het verschil tussen een gewone celdeling en reductiedeling
* Je kunt het verloop van reductiedeling uitleggen
* Je kunt uitleggen waarom er reductiedeling plaats vindt

Slide 3 - Diapositive

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw zitten de onrijpe eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 4 - Quiz

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw zit een rijpe eicel te wachten op bevruchting
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 5 - Quiz


Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt zaadvocht gevormd?

A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel P?
A
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme.
B
Dit deel vangt spermacellen op.
C
Dit deel zorgt voor de menstuatie.
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.

Slide 7 - Quiz

Nu gaan we het hebben over celdeling

Wat weet jij hier al over?

Slide 8 - Diapositive

Gewone celdeling heet ook wel:
A
Mitose
B
Meiose

Slide 9 - Quiz

Bij gewone celdeling ontstaan:
A
Lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 10 - Quiz

Verandert het aantal chromosomen door gewone celdeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Hoeveel zaadcellen en hoeveel eicellen zijn er nodig voor het ontstaan van nieuw leven?
A
1 zaadcel, 2 eicellen
B
veel zaadcellen, 1 eicel
C
1 zaadcel, 1 eicel

Slide 12 - Quiz

Waar ontstaan eicellen?
A
In de teelballen
B
In de eierstokken
C
In de eileider
D
In de zaadblaasjes

Slide 13 - Quiz

Waar ontstaan zaadcellen?
A
In de bijballen
B
In de eierstokken
C
In de prostaat
D
In de teelballen

Slide 14 - Quiz

Waar worden zaadcellen opgeslagen?
A
In de bijballen
B
In de eierstokken
C
In de prostaat
D
In de teelballen

Slide 15 - Quiz

Mitose, gewone celdeling

Slide 16 - Diapositive

Hoe zit dat met de chromosomen wanneer de eicel en zaadcel samensmelten?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Mitose, meiose (reductiedeling)
Gewone celdeling = mitose
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Slide 20 - Diapositive

Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Dochtercellen identiek aan moedercel
  • Hetzelfde genotype
Meiose:
  • reductiedeling
  • chromosomenpaar enkel
  • de helft van het genotype

Slide 21 - Diapositive


Aantal chromosomen


Elk soort organisme heeft in de kern van een lichaamscel een even aantal chromosomen.

Chromosomen komen altijd in paren voor.

Na meiose zijn de chromosomen paren verdeeld

Slide 22 - Diapositive

reductie deling

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Huiswerk
* Ga aan de slag met de opdracht van 2.3
* Wil je nog meer oefenen? Maak dan ook opdracht 18


Slide 29 - Diapositive