H2 2.1 natuurlijke getallen

H2 2.1 natuurlijke getallen
Pak allemaal je Chromebook en leg deze vast op tafel.
Ga naar lessonup.com
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 2.1 natuurlijke getallen
Pak allemaal je Chromebook en leg deze vast op tafel.
Ga naar lessonup.com

Slide 1 - Diapositive

Ga naar lessonup.com
Bovenaan op het scherm kan je een student pin invullen.
Daar vul je de code in die hieronder in beeld staat.

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
- Jullie leren wat natuurlijke getallen zijn
- Jullie leren natuurlijke getallen te splitsen in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.
- Jullie leren wat de tekens < en > betekenen.

Slide 3 - Diapositive

Wat is de waarde van het cijfer 7 in het getal 8475
A
7
B
70
C
700
D
7000

Slide 4 - Quiz

Het getal 5673 kan je schrijven als:
A
6000+500+30+7
B
5000+600+70+3
C
5x1000+6x100+7x10+3x1
D
6x1000+5x100+3x10+7x1

Slide 5 - Quiz

Wat nu?
- Beide vragen goed -> ga dan zelf stil aan de slag met 1 t/m 4
- Eén of beide fout -> meedoen met de uitleg. 

Slide 6 - Diapositive

Natuurlijke getallen
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, .... 
Dus 3678 is ook een natuurlijk getal
De plaats van de cijfers geeft de waarde van het cijfer aan.

Bijvoorbeeld: het cijfer 6 in het getal 3678 heeft een waarde van 600 of ook wel 6 x 100.
Welke waarde heeft het cijfer 3 en 7?

Slide 7 - Diapositive

Duizendtallen, honderdtallen, tientallen, eenheden.
Het getal 3678 kunnen we schrijven als
3 x 1000 + 6 x 100 + 7 x 10 + 8 x 1

Dat zeggen we dus op de volgende manier:
3 duizendtallen, 6 honderdtallen, 7 tientallen en 8 eenheden.

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel tientallen heeft het getal 2398?
A
2
B
3
C
9
D
8

Slide 9 - Quiz

Hoeveel duizendtallen heeft het getal 2847?
A
2
B
8
C
4
D
7

Slide 10 - Quiz

Hele grote getallen
We hebben ook natuurlijke getallen boven de duizend.
Bijvoorbeeld: tienduizend, honderdduizend, miljoen, miljard
100 = honderd                   100.000 = honderdduizend
1000 = duizend                 1.000.000 = miljoen
10.000 = tienduizend     1.000.000.000 = miljard
De punt tussen de nullen maakt het ons makkelijker om het getal af te lezen, en is dus geen komma.

Slide 11 - Diapositive

Wat moet je nou kunnen?
Je moet de grote getallen kunnen omschrijven van cijfers naar woorden en van woorden naar cijfers.
Bijvoorbeeld:
Honderd miljoen = 100.000.000
Drie miljoen vierhonderdduizend vijfhonderdentwee = ?

Slide 12 - Diapositive

Groter dan of kleiner dan
8 is groter dan 2     ->   8 > 2
5 is kleiner dan 9      ->    5 < 9

Hoe onthouden we dat nou?
< lijkt op k van kleiner dan

Slide 13 - Diapositive

3 ... 8
A
<
B
>

Slide 14 - Quiz

2939 ... 2479
A
<
B
>

Slide 15 - Quiz

tienduizend ... 95001
A
<
B
>

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig aan het werk
  • Wat: maken 1 t/m 10 (Huiswerk)
  • Hoe: 10 minuten helemaal stil, daarna zachtjes overleggen.
  • Klaar? Kijk je werk na op de chromebook en verbeter de fouten. Daarna verder met U1 en U2 op blz. 53 (havo), 51 (vwo)
  • Hulp? Eerste 10 minuten zonder hulp, dus lees eerst de theorie nog een keer. Daarna loop ik rond.
  • Tijd: 25 min
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel duizendtallen heeft het getal 29436?

Slide 18 - Question ouverte