Klachten - problemen huis
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Kan u het raam dichtdoen alstublieft?
A
het is te koud
B
het is te warm
C
er is te weinig frisse lucht
D
het stinkt binnen
Slide 2 - Quiz
Kan je het licht aandoen in bed?
A
Ik wil een boek lezen.
B
Ik kan niet slapen.
C
Het is koud.
D
De lamp is kapot.
Slide 3 - Quiz
Kan je een beetje stiller spreken?
A
Ik versta de lerares niet.
B
De kinderen slapen.
C
Ik heb hoofdpijn.
D
Het is te warm.
Slide 4 - Quiz
De trap is vuil.
Mijn bovenbuur heeft vuile schoenen.
Mijn bovenbuur heeft vuile schoenen.
Slide 5 - Question ouverte
De vuilzakken van de buur staan in de gang.
Slide 6 - Question ouverte
Mijn buren hebben een feest. Het is na 22u en er is veel lawaai.
Slide 7 - Question ouverte
Ik kocht een nieuw wasmachine. Na 2 maanden is de wasmachine stuk.
A
Ik heb 1 jaar garantie.
B
Ik heb 5 jaar garantie.
C
Ik heb 2 jaar garantie.
D
Ik heb geen garantie.
Slide 8 - Quiz
Ik heb geen garantie als ik mijn aankoopticket kwijt ben.
A
Ja, juist.
B
Nee, fout.
Slide 9 - Quiz
Ik heb een haardroger gekocht in solden. Ik heb geen garantie.
A
juist
B
fout
Slide 10 - Quiz
Mijn kraan lekt. Wie bel ik ?
A
de brandweer
B
de politie
C
de loodgieter
D
de elektricien
Slide 11 - Quiz
Ik heb een wespennest op mijn zolder. Wie bel ik?
A
de loodgieter
B
de brandweer
C
de elektricien
D
de ambulance
Slide 12 - Quiz
Ik ben mijn sleutel binnen in huis vergeten. Ik heb mezelf buitengesloten. Wie bel ik?
A
politie
B
slotenmaker
C
brandweer
D
elektricien
Slide 13 - Quiz
Er is een grote storm. Een boom is op mijn dak gevallen. Wie bel ik?
A
1722
B
ambulance
C
politie
D
loodgieter
