30 seconds voeding en vertering

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

30 seconds spelen

Alles opruimen

Zit je klaar voor 30 seconds?

- 30 seconds - 

Twee teams

• De klas wordt verdeeld in twee teams: Team 1 en Team 2
• Per team komt er steeds één leerling voor de klas.
  
• De leerling omschrijft in 30 seconden zoveel mogelijk woorden.
  
   ZONDER het woord of een deel van het woord te gebruiken
   Per beurt zijn er vijf woorden te raden.
• De rest van het team raadt de woorden.
  
• Puntentelling: Per goed antwoord krijgt het team een punt.

30 seconds

1. voedingsmiddelen
2. voedingsstoffen
3. eiwitten
4. koolhydraten
5. conserveren

30 seconds

1. voeding
2. Winkelcentrum
3. mentor
4. Brexit
5. staking
6. benzinemotor

30 Seconds

30 seconds

1. elektrische fiets
2. piranha
3. Europese Unie
4. Anne Frank
5. Rood-wit-blauw

30 seconds

1. Angstig
2. Betoog
3. Volkswagen
4. Eendagsvlinder
5. Alpen

30 seconds

1. Elfstedentocht
2. Brazilie
3. nasi
4. gebaksvorkje
5. lever

30 seconds

1. Cals IJsselstein
2. Kenia
3. kaneel
4. Instagram
5. luipaard

30 seconds

1. Digibord
2. vegetarisch
3. ruimteschip
4. lente
5. lieveheersbeestje

30 seconds

1. Droom
2. Argument
3. BMW
4. eekhoorn
5. platteland

30 seconds

1. bijzin


2. Aboutaleb




3. Zweinstein
4. vraagteken
5. flesopener

30 seconds

1. Stekker
2. Molecule
3. Max Verstappen
4. Stracciatella
5. Pet

30 seconds

1. Hongkong
2. Champions League
3. hel
4. De Domtoren
5. Booking.com

30 seconds

1. knikkeren
2. het Anne Frankhuis
3. rapper


4. ooievaar
5. Angela Merkel

30 seconds

1. Wikipedia
2. Arno Pauw
3. Kaapstad


4. Heineken
5. Efteling

30 seconds

1. Shell
2. Galgewaard
3. Jumbo


4. Achilles
5. Bob de Bouwer

30 seconds

1. Rembrandt
2. Postcodeloterij
3. Mona Lisa


4. gember
5. Keukenhof

30 seconds

1. the Big Ben


2. e-bike



3. Jeugdjournaal
4. Het Rode Kruis
5. Chanel

30 seconds

1. IS


2. Dagobert Duck



3. de Hells Angels
4. Pino
5. mozzarella

30 seconds

1. Samengestelde zin


2. Femke Halsema




3. weerwolf
4. puntkomma
5. augurk

30 seconds

1. pleonasme


2. Barbapapa



3. groene vingers
4. dominee
5. rucola

30 seconds

1. student


2. Kapla




3. meewerkend voorwerp
4. helmgras
5. storm