Kerst Kwis 2024

Kerst Kwis 2024
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeneeskundeWOStudiejaar 6

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kerst Kwis 2024

Slide 1 - Diapositive

Ronde 1: foto quiz
jullie krijgen een ingezoomde foto en jullie moeten vragen erover beantwoorden. 

Slide 2 - Diapositive


Waar is Karin?
A
Australië
B
Op de bank.
C
Avatar: the Way of Water
D
Nieuw-Zeeland

Slide 3 - Quiz


Waar zijn Feline, Sophie en Marianne?
A
Imagine Dragons concert
B
Adele concert
C
LARP evenement
D
De optocht van Sinterklaas

Slide 4 - Quiz

Let the sky faaaaaaaaaaall 🎤😩

Slide 5 - Diapositive


Wie zit hier naast Anne Marleen op de bank?
A
Theo
B
Oma Nelle
C
Emilo
D
Oscar

Slide 6 - Quiz

The fancy dog is quite paw-sh 🐾

Slide 7 - Diapositive


Met wie zit Opa Jan lekker te lunchen? 😋
A
Joey, Feline, Marianne, Oscar en Sophie
B
Feline, Sophie, Marianne, Joey en Oscar
C
Sophie, Oscar, Marianne, Feline en Joey
D
Marianne, Feline, Oscar, Sophie en Joey

Slide 8 - Quiz

Eet smakelijk!

Slide 9 - Diapositive


Met wie staat Maarten op de foto?
A
Karin
B
Oscar
C
Olog-Hai (trol)
D
Opa Jan

Slide 10 - Quiz

He’s right behind me, isn’t he…

Slide 11 - Diapositive


Waar zijn Tina en Opa Martin?
A
Diagon Alley
B
JL F. Rintjap
C
Nieuw-Zeeland
D
Adele concert

Slide 12 - Quiz

Wauwie!

Slide 13 - Diapositive


Wiens litte verjaardagsfissa was dit?
A
Oma Nelle
B
Karin
C
Loïs
D
Bostjan

Slide 14 - Quiz


Met wie zit Opa Jan lekker koffie te drinken?
A
Sophie, Oscar, Joey en Marianne
B
Joey, Oscar, Marianne, Feline en Sophie
C
Feline, Oscar, Marianne en Sophie
D
Marianne, Oscar, Joey en Feline

Slide 15 - Quiz

Muhahahha >:)

Slide 16 - Diapositive

Sleep Bruno's haar naar de juiste vlag.
BONUS VRAAG

Slide 17 - Question de remorquage

Ronde 2: Street test. 
Jullie krijgen een woord/uitspraak die door de jeugd vaak wordt gebruikt en dan moeten jullie raden wat het betekent.

Slide 18 - Diapositive


Drerrie
A
drol
B
lapszwans
C
Dirk
D
jongen

Slide 19 - Quiz


Slay
A
fantastisch (uitdrukking)
B
in elkaar slaan (terecht)
C
sleeën (van de berg)
D
(iemand) omleggen

Slide 20 - Quiz


rizz
A
rozijn met chocolade
B
slapen
C
versieren
D
plassen in het bos

Slide 21 - Quiz


fakka
A
fuck
B
Hoe gaat het?
C
Hoe oud is je zus?
D
Frankrijk

Slide 22 - Quiz


barkie
A
blaffen
B
uitschelden
C
100
D
de bar

Slide 23 - Quiz


Dammie
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Urk

Slide 24 - Quiz


Roffa
A
Rotterdam
B
Randstad
C
Reykjavik
D
Rusland

Slide 25 - Quiz


gyatt
A
achterwerk
B
goed gedaan
C
billen
D
Jij bent mijn amigo.

Slide 26 - Quiz


doekoe
A
drol
B
geld
C
verdwaald
D
broodje frikandel

Slide 27 - Quiz


(laatste vraag) Dikke akka, veel grip.
A
Je bent slim en talentvol.
B
Je bent een invloedrijke persoon, je hebt een mooie toekomst.
C
Veel geld om uit te geven.
D
Groot achterwerk om goed vast te pakken.

Slide 28 - Quiz

Einde ronde 2!

Slide 29 - Diapositive