le 6 à 10 janvier 2024

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.
We letten op in de les.
Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Slide 2 - Diapositive

Start-upslide


Er wordt een stencil uitgedeeld met een formatieve toets over woordjes en grammatica die jullie de afgelopen periode hebben gehad voor Frans. De bedoeling is dat je dit zonder hulpmiddelen en in stilte gaat maken. 

Klaar? Ga dan alvast leren voor de toets van volgende week

Succes!

Slide 3 - Diapositive

  • Nakijken van de formatieve toets. Focus vooral op de grammatica-onderdelen
  • Uitleg nieuwe grammatica: de ontkenning
  • Energizer met gebruik van de ontkenning
  • Maken van de bijhorende opdrachten: exercices 32a,32b,32c,32d*, 33a et 33b (p.89, 90+91) 
  • Exit-ticket
Huiswerk van afgelopen week:
Geen, er was UniC-week en daarna vakantie!
Lesdoelen:
  1. Je kunt de ontkenning gebruiken 
  2. Je kunt de lidwoorden gebruiken 
  3. Je kunt het werkwoord hebben gebruiken 
  4. Je kunt de werkwoorden op –er in de tegenwoordige tijd gebruiken 
Huiswerk voor volgende week: 
Leren voor épreuve 2: 
  • Grammatica:
    lidwoorden en werkwoord ‘’avoir’’ (blz.55) 
    le présent (blz.95)
    ''de ontkenning'' (blz.95) 
  • Phrases clés C en G (blz. 94) 
  • Vocabulaire A, B en F Frans- Nederlands en Nederlands- Frans (blz.92 + 93) 

Slide 4 - Diapositive

Nakijken

Slide 5 - Diapositive

De ontkenning (la négation)
Wat is de ontkenning in het Nederlands?

Slide 6 - Diapositive

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je parle allemand.
Je suis néerlandais.

Slide 7 - Diapositive

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Vous parlez français.
Nous habitons à Paris
Je suis néerlandais.

Slide 8 - Diapositive

De ontkenning 
- Wat is een ontkenning?
- Ezelsbruggetje 
- maak deze zin ontkennend:
   je parle français 

Slide 9 - Diapositive

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Je travaille.  
ne'
pas
travaille
je

Slide 10 - Question de remorquage

Je n'aime les croissants.
Je n'aime pas les croissants.
Je n'aime les croissants pas .
foute ontkennende zin
foute ontkennende zin
goede ontkennende zin

Slide 11 - Question de remorquage


Maak de zin ontkennend:
Les garçons ont 13 ans.

Slide 12 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 13 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Tu parles néerlandais.

Slide 14 - Question ouverte


Maak de volgende zin ontkennend.

Elle oublie son agenda.

Slide 15 - Question ouverte

Spelletje
Ik draai aan het rad. 
Antwoord in een hele zin.
Dus non, je n'ai ..... pas... of Oui, j'ai ......
Wie weet het antwoord als eerst te geven?

Slide 16 - Diapositive

Au travail
Maken van de bijhorende opdrachten: exercices 32a,32b, (p.89)
timer
30:00

Slide 17 - Diapositive

Exit-ticket

Slide 18 - Diapositive