introductieles klas 2 h2, t2

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Formatief toetsen

Toetsen om inzicht te krijgen in je eigen kunnen
(Flex aan te raden, of heb je het niet nodig?)

SUPER belangrijk!
Voorbereiden op de toets voor een cijfer.
Summatief toetsen

Toetsen voor een cijfer

Belangrijk, want je kunt niet herkansen! 

Maar je wordt met de formatieve toetsen goed klaargestoomd!

Slide 6 - Diapositive

Eens kijken hoeveel er in de vakantie is blijven hangen

Slide 7 - Diapositive

Die vlogger heeft de afgelopen jaren flink ...
A
gecashet
B
gecashed
C
gecasht
D
gecashd

Slide 8 - Quiz

Uit welke taal heeft het Nederlands de meeste woorden geleend?
A
Latijn
B
Engels
C
Duits
D
Frans

Slide 9 - Quiz

Welk woord moet je aanvullen in onderstaande zin?
Het lieve meisje, ... morgen jarig is, trakteert.
A
die
B
wat
C
dat
D
wie

Slide 10 - Quiz

Is het volgende waar of niet waar?
De witte neushoorn dankt zijn naam aan een verkeerde vertaling. De neushoorn is wyd (Afrikaans), wat wijd betekent, maar is per ongeluk vertaald als wit.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke woorden moeten op de stippen staan?

... zijn morgen aan de beurt.
Ik ga met ... naar de stad.
Ik geef ... de medaille die zij verdienen.
A
hun, hun, hun
B
zij, hun, hun
C
zij, hen, hen
D
zij, hen, hun

Slide 12 - Quiz

De Leeuwarder Courant gebruikte een citaat om een punt duidelijk te maken.

Wat betekent citaat?
A
een letterlijk weergegeven tekst
B
een spreekwoord
C
een feitelijk onderzoek

Slide 13 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
A
kniekous
B
zeurkous
C
steunkous
D
compressiekous

Slide 14 - Quiz

Wat is Sven Kramer?
A
een lange baanschaatser
B
een langebaanschaatser

Slide 15 - Quiz

Plus de leçons comme celle-ci