les 27 havo 1 chap 2 i en herh

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

le programme

Nettoyer les tables                 5' 

Présence                                     5'

Parler français                          10'

Quizlet+révision                       20'

Au travail + les devoirs          10'

Évalution/volgende les          5'   

je suis

Madame Stegenga

l'objectif / lesdoel

• Je kunt antwoorden op vragen over school
  
• Je hebt lesstof herhaald, vragen gesteld en de vocabulaire geoefend

Bonjour!

Tu es en quelle classe?

• Qui est ton prof de .... ?
• Tu aimes ....?
  
• Tu as des devoirs en ... ?
• C'est pour quand? 
• à quelle heure tu commences aujourd'hui?
• (je commence à....)

on parle français!

les devoirs

De vorige keer hebben we: huiswerk bron H doorgenomen

je n'aime pas - j'aime

Het huiswerk was: vocabulaire A t/m G, 

Maak bron I 34 en 36, zinnen opschrijven, 

werkbladen maken

Bron I 34, 36

i 35

 vragen stellen

Hoe leer je de zinnen?

• Overkijken: luister met Grandes Lignes
• Opzeggen: zeg de zinnen na
• Overschrijven: schrijf ze 4 keer over, tot het zonder fouten kan, herhaal de betekenis voor jezelf
• Overhoren: laat je overhoren 

Quizlet live

vocabulaire A B E F G

https:

gemaakte werkbladen

waarover wil je graag

Extra uitleg?

werkwoorden op -er,

klok,

ontkenning NE..... PAS 

?

bron C werkwoorden op -er

page 28 

 

werkbladen maken

Voorbeeld met "regarder"

Stap 1: Haal -er van het werkwoord af --> regard-

Dit noemen we de stam van het werkwoord.

Voorbeeld met "regarder"

Stap 2: Voeg een uitgang toe.

je	regard e
tu	regard es
il/elle/on	regard e
nous	regard ons
vous	regard ez
ils/elles	regard ent

Voorbeeld met "regarder"

Stap 2: Voeg een uitgang toe.

je	regard e	ik kijk
tu	regard es	jij kijkt
il/elle/on	regard e	hij/zij kijkt / wij kijken
nous	regard ons	wij kijken
vous	regard ez	u kijkt / jullie kijken
ils/elles	regard ent	zij kijken

Ezelsbruggetje

je cherchE

tu cherchES

il cherchE / elle cherchE / on cherchE

nous cherchONS

vous cherchEZ

ils/elles cherchENT

Een 

ESkimo

Eet

ONS

EZeltje 

ENTerecht

Het is 08.00

Het is  11.00

il est ....

heures

kwart voor= moins le quart

Het is 08.00

Het is kwart voor 8 

(7:45)

kwart over = 

et quart

Het is  11.00

Het is 11.15

il est ........  heures et demie

Het is 08.30

(half 9)

Het is  11.30

(half 12)

il est ....

heures

1. il est cinq heures
2. il est quatre heures
3. il est cinq heures et demie
4. il est cinq heures et quart

1. il est cinq heures
2. il est quatre heures
3. il est cinq heures et demie
4. il est quatre heures et demie

1. il est cinq heures
2. il est une heure et quart
3. il est une heure moins le quart
4. il est deux heures et quart

Les jours de la semaine

Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche

NIET -ontkenning

1. voorbeeld: ik ben niet Nederlands - je NE suis PAS hollandais
2. le prof donne des devoirs
3. je commence à huit heures et quart
4. j'aime mon prof de musique, il est sympa
5. mon père travaille au supermarché
6. tu détestes la biologie

la roue de révision

classe 1

révision classe 1

les devoirs

CHAPITRE 2

proefwerk

bonne chance!

mail mij als je iets toch nog niet snapt

évaluation

Wat heb je geleerd in deze les? 

Volgende keer: 

proefwerk

au revoir!