1 vwo - chapitre 5 - bron C herhalen

PROGRAMME
  • Phrases-clés
  • Terugblik, uitleg & oefenen
  • Au travail
Werkboek B vanaf nu!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

PROGRAMME
  • Phrases-clés
  • Terugblik, uitleg & oefenen
  • Au travail
Werkboek B vanaf nu!

Slide 1 - Diapositive

Elle a les yeux verts?
- Non, ...

Slide 2 - Question ouverte

Quel est son style?
(Zeg: zij heeft een klassieke stijl)

Slide 3 - Question ouverte

Cette voiture, tu trouves qu'elle est belle?

Slide 4 - Question ouverte

Het bijvoeglijk naamwoord
Uitleg

Slide 5 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Carte mentale

Quelques exemples..
petit
grand
court
bleu/rouge/gris/noir/blanc/vert
long/longue
blond
nouveau
français/espagnol/hollandais/italien

Slide 7 - Diapositive

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord verandert steeds. Het ligt aan het zelfstandig naamwoord hoe je het bijvoeglijk naamwoord schrijft. Wat is de regel die erbij hoort? Wat zijn de uitgangen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Par exemple..
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
petit
petite
meervoud
petits
petites

Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurt er als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een -e en het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is?

Slide 11 - Question ouverte

Let op!
Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.
  • Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
  • Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s.

Slide 12 - Diapositive

Wat is de mannelijke meervoudsvorm van het woord 'beau' (mooi)?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke vorm van het woord 'beau' (mooi)?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke meervoudsvorm van het woord 'beau' (mooi)?

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf de vormen op van het woord 'nouveau'
mannelijk meervoud:
vrouwelijk enkelvoud:
vrouwelijk meervoud:

Slide 16 - Question ouverte

Uitzonderingen
m. ev.
m. mv.
v. ev.
v. mv.
beau
beaux
belle
belles
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
vieux
vieux
vieille
vieilles

Slide 17 - Diapositive

Mannelijk enkelvoud
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
nouvelles
petit
grise
beaux
française
intélligent
noirs
vieilles
espagnol
bleue

Slide 18 - Question de remorquage

Kies de juiste vorm:

La boutique est _____
A
petit
B
petite
C
petites
D
petits

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste vorm:

Le sac est _______
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste vorm:

Les parcs d'attractions sont _____
A
grand
B
grands
C
grande

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste vorm:

La ceinture est ____
A
bleu
B
bleue

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste vorm:

La fille est ____
A
hollandais
B
hollandaise

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste vorm:

Sophie et Lisa sont ____
A
français
B
française
C
françaises

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste vorm:

Elle porte une robe ____
A
rouge
B
rougee
C
rouges

Slide 25 - Quiz

AU TRAVAIL
Maken:
Bron C opdracht 13, 14, 15 page 13-15

Leren:
Vocabulaire E

Slide 26 - Diapositive