Les 1: Butterfly en I.V. injecteren

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Butterfly

Slide 3 - Diapositive

Wat is een butterfly (m.b.t. infusie)?

Slide 4 - Carte mentale

Subcutaan injecteren wil zeggen
A
in de spier
B
in het onderhuids bindweefsel
C
in de ader
D
in de zenuw

Slide 5 - Quiz

Wat is een indicatie voor het plaatsen butterfly?

Slide 6 - Carte mentale

Subcutaan infuus
Bij een subcutaan infuus worden vocht of medicijnen toegediend onder de huid.

Vertaling vanuit het Latijns:
Sub = onder
Cutis = huid

Slide 7 - Diapositive

Ervaring?
Is er iemand van jullie die al ervaring heeft met een butterfly?

Slide 8 - Diapositive

Indicaties
Het toedienen van medicatie of vocht als het via een andere toedieningsweg niet (meer) mogelijk/wenselijk is. 


 

Slide 9 - Diapositive

Noem een situatie waarbij een andere toedieningsweg dan s.c. infusie niet mogelijk/wenselijk is

Slide 10 - Carte mentale

Inbrengen subcutaan infuus
Dit is een voorbehouden handeling en mag dus aleen in opdracht van een arts worden uitgevoerd door een bekwame en bevoegde zorgverlener.

Slide 11 - Diapositive

Subcutaan infuus verzorgen
  • Controleer de insteekplaats dagelijks op verschijnselen die kunnen duiden op een lokale infectie.
  • Gebruik de no-touch-methode.
  • Zorg voor een gesloten systeem. Dat wil zeggen: zorg dat via de gebruikte infuusmaterialen zo min mogelijk of zo kort mogelijk een open verbinding is met de omgeving. Dit verlaagt het risico op infectie.

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn symptomen van een ontsteking? Pluspunten als je 't in 't latijn noemt ;)

Slide 13 - Carte mentale

Behandeling
  • Morfine
  • Dormicum
  • Primperan
  • Overige medicatie
  • Hypodermoclyse

Slide 14 - Diapositive

Aandachtspunten
  • Per bolus is 2,5 ml de gebruikelijke hoeveelheid medicijn die je maximaal kunt toedienen. Bij continue infusie is dat 3-5 ml per uur.
  • Ga altijd eerst na of je de verschillende medicijnen door één subcutane infuuscanule mag geven, anders gebruik je er 2. Vaak hebben de verschillende medicijnen niet dezelfde toedieningssnelheid. Je kunt de infuuspompen op de verschillende toedieningssnelheden instellen. Bovendien kun je dan de toedieningssnelheid per medicijn aanpassen.

Slide 15 - Diapositive

Complicaties
  • De subcutane canule zit in de spier -> Verwijder de subcutane infuuscanule en breng een nieuwe subcutane infuuscanule op een andere plaats in.
  • Na het inbrengen wordt er bloed zichtbaar in de canule. De canule zit in een veneus bloedvat -> Verwijder de subcutane infuuscanule en breng een nieuwe canule op een andere plaats in.

Slide 16 - Diapositive

Terminale fase

Slide 17 - Diapositive

Terminale fase
In de terminale levensfase wordt, als de zorgvrager niet meer in staat is om morfine in tabletvorm in te nemen, vaak gebruikgemaakt van morfinetoediening per injectie (subcutaan of intramusculair). Het regelmatig injecteren kan belastend zijn. Subcutane toediening van morfine via een subcutaan verblijfsnaald is dan een goed alternatief. Behalve morfine kan er ook andere medicatie subcutaan gespoten worden, bijvoorbeeld Primperan bij misselijkheid of Dormicum om de zorgvrager slaperig te maken.

Slide 18 - Diapositive

Hypodermoclyse

Slide 19 - Diapositive

Hypodermoclyse
  • SC toedienen van vocht (NaCL of Glucose)
  • Volgens moderne methodiek is het een cliëntvriendelijke, eenvoudige, doelmatige en veilige methode om in de geriatrie of de palliatieve fase een (dreigende) lichte tot matige dehydratie te behandelen of symptomen van dehydratie te bestrijden. 

Slide 20 - Diapositive

Hoe werkt hypodermoclyse?
  • Het vocht verspreidt zich via het onderhuidse bindweefsel en wordt opgenomen in de capillairen. 
  • Vanaf hier wordt het vocht vervolgens door heel het lichaam verspreid. 
  • Bij hypodermoclyse wordt één of twee infuuscanules tegelijk ingebracht (meestal in het li/re bovenbeen)

Slide 21 - Diapositive

Aanprikplekken hypodermoclyse

Slide 22 - Diapositive

Waar bevindt zich het uiteinde van de naald?

Slide 23 - Carte mentale

Perifeer & Subcutaan infuus
Wat is het verschil?
Perifeer infuus
Subcutaan infuus
Toediening via een vene
Toediening in het bindweedsel
Grootste complicatie is irritatie van de huid
Trombose is een complicatie bij dit type infuus

Slide 24 - Question de remorquage

I.V. injectie

Slide 25 - Diapositive

Ervaring?

Slide 26 - Diapositive

Hoe?
  • Je gebruikt de venflon die de zorgvrager al heeft (zo niet, dan zet je deze eerst).
  • Kan ook rechtstreeks een vene aangeprikt worden.

Slide 27 - Diapositive

I.V. injecteren 
Gebeurd weinig in de praktijk en zo wel, dan doet de arts dit vaak. 

Slide 28 - Diapositive

Waarom intraveneus?
  • Snel therapeutisch effect​
  • Kan niet op  een andere wijze worden toegediend​
  •  Zorgvrager is niet instaat medicatie op een andere wijze in te nemen​
  •  Zorgvrager mag niets per os​
 

Slide 29 - Diapositive

Indicaties
  • Bij een intraveneuze injectie vindt de inspuiting van medicijnen of vloeistoffen  in de vene (met naald of canule) plaats. De techniek wordt gebruikt wanneer het medicijn bij de intramusculaire techniek onvoldoende of te langzaam is het bloed opgenomen wordt. 
  • Ook wordt voor intraveneuze toediening gekozen wanneer de medicatie oraal minder goed werkt, bijvoorbeeld doordat het wordt afgebroken in de lever. 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Complicaties
Risico's van intraveneuze toediening zijn onder meer allergische reacties, bloedingen en overdosering.

Slide 32 - Diapositive

Hoe vond je deze les?

Slide 33 - Carte mentale