Reading 1B 18 nov

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Can you cook?

• Read the text 'Can you cook?'
• Answer the true/false questions on the next slides 

Tom doet iets wat de meeste tieners meestal niet doen

1. true
2. false

Tom is de enige die het eten eet wat hij kookt

1. true
2. false

Tom's moeder was blijer toen hij nog niet kookte

1. true
2. false

Toms moeder vindt dat leren koken goed is voor tieners.

1. true
2. false

Tom heeft een aantal recepten van zijn grootmoeder geleerd.

1. true
2. false

Toms groentesoep was niet lekker

1. true
2. false

Tom vindt dat hij goed kan koken

1. true
2. false

Toms vrienden vinden koken nu ook leuk

1. true
2. false

Can you cook?

Je gaat de tekst nog een keer lezen.

Vervolgens moet je een aantal vragen beantwoorden:

waar verwijst het woord in hoofdletters naar (bij de vraag)?

Today things are different and SHE is very happy.

1. Tom's mum
2. Tom's sister

Maths and English are important of course but THEY need other skills too to help THEM in today’s world.

1. Maths and English
2. Teenagers

Yesterday he made vegetable soup. IT was very good!

1. Tom
2. The soup

4. He started using recipes in MY cookery books.

1. Tom's mum's
2. Tom

5. I love cooking and I think I'm really good at IT.

1. cooking
2. being a teenager

IT isn't difficult and IT's great fun!

1. Cooking
2. Doing homework

How well did you understand the text you read?

😒🙁😐🙂😃

Did you like working with a LessonUP?

0100