W51 FA 2G les online

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2G1

Semaine 51

Du 14 au 18 décembre

Chapitre 2

Les devoirs

Af: lundi 14 décembre

Faire: 

Ex 20 à 26

Apprendre: 

Lundi 14 décembre: SO partie A à D (vocabulaire, grammaire & phrases clés)

à = tot en met

Het huiswerk maak je deze week in je normale werkboek en is af voor de eerste les van volgende week . Het wordt gecontroleerd!

La semaine dernière

• Nous avons eu notre premier cours en ligne.
• Nous avons corrigé les devoirs en ligne.
• Nous avons écouté une chanson de Kendji Girac.
• Nous avons parlé des soeurs et frères.

Cette semaine

En classe (op school):

• SO A à D
• Les marchés de Noel

En ligne (online les):

• corriger les devoirs

À la maison (thuis):

• Partie G & H
• Apprendre vocabulaire A, B & E

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• de belangrijkste informatie uit een film begrijpen.
• een tekst over bijzondere woonplaatsen begrijpen.
• je kamer beschrijven.
• de werkwoorden op -er gebruiken

vous savez (kennen jullie):

• woorden die te maken hebben met het huis en met wonen.

Cette semaine

vous savez (weten jullie):

• iets van Les marchés de Noel.

Ex 20a)

• Wie? Gabriel et Timéo
• Wat? op vakantie, ze hebben 3 steden bezocht.
• Waar? In de trein naar Parijs.
• Waarom? Timéo is een vlogger en doet mee aan een wedstrijd.

Ex 20b)

1. A
2. B
3. C
4. A
5. C

Ex 20c)

Attention! Er zijn hier verschillende antwoorden mogelijk:

• Gabriel: Timéo wil alleen maar winnen.
• Jade: Timéo houdt zich niet aan de regels.
• Lina: Timéo en Gabriel hebben ruzie.
• Timéo: hij is zijn telefoon kwijt.

Ex 21)

1. een afspraak
2. doet mee / neemt deel
3. blij / tevreden
4. een ijsje
5. mijn mobieltje
6. dus

Ex 22a)

1. chambre
2. petite
3. lit
4. souvent
5. copians

Ex 22b)

Eigen antwoord

1.  J'aime ma chambre.  Je trouve que ma chambre est ...
2. Il y a un lit, un bureau, une armoire, un ordinateur, etc.
3. Je fais mes devoirs. Je dors. Je regarde Netflix.

Ex 23)

1. la salle de bains
2. la cuisine
3. le salon
4. la chambre
5. le garage
6. le jardin 

Ex 24a)

1. een interview
2. op Île de Maré in Nieuw-Caledonië.
3. 20 uur met het vliegtuig (inleiding).
4. Australië
5. Leven op een eiland.

Ex 24c)

trois détails exotique dans le texte:

• Alinea 1: 'en décembre et en janvier, c'est l'été.
• Alinea 3: 'les plantations d'ananas'
• Alinea 3: 'parfois il pleut très fort en il y a des cyclones.'

Ex 25a)

1. travailler 
2. je joue
3.  le collège
4. car

Ex 25b)

1. le lit
2. le bureau
3. l'armoire
4. la table
5. la chaise
6. la fenêtre

Ex 26a)

types de maisons

un appartement

une ferme

une maison

une villa

Ex 26a)

parties de la maison

le salon

la chambre

la cuisine

la salle de bains

Ex 26a)

objets

un ordinateur

une console

une télévision

des posters

Ex 26b)

1. J'habite à Tadine.
2. J'habite dans une maison moderne.
3. Je n'ai pas de bureau.
4. Je fais mes devoirs dans la cuisine. 

Qu'est-ce que tu en penses?

Op de volgende slide staat een vraag. Ik wil graag weten wat jij ervan denkt en/of vindt (in het Frans).

J'aimerais vivre sur une ile.

J'aimerais habiter dans un autre pays.

Les devoirs

Af: lundi 4 janvier

Faire: 

ex 27c, 30, 31

Apprendre: 

Vocabulaire A à E

à = tot en met

Het huiswerk maak je deze week in je normale werkboek en is af voor de eerste les van volgende week . Het wordt gecontroleerd!

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!