Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
§4.2 Tussen de wereldoorlogen
§4.2 Tussen de wereldoorlogen
Het interbellum:
de 3 belangrijke politieke stromingen
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
§4.2 Tussen de wereldoorlogen
Het interbellum:
de 3 belangrijke politieke stromingen
Slide 1 - Diapositive
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Diapositive
Aan het eind:
- kun je 3 politieke stromingen met bijbehorende kenmerken opnoemen die begin vorige eeuw opkwamen.
Dat zijn:
communisme / fascisme / nationaalsocialisme
Slide 3 - Diapositive
Russische Revolutie 1917
Rusland van een tsarenrijk in een
dictactuur
o.l.v. Lenin.
Hij voert het
communisme
in.
Kenmerken communisme:
In volgende dia: Clipphanger 'Wat is communisme'? (0:58)
1. Alle bezit is van de staat;
2. 1 leider heeft alle macht;
3. Er is een
totalitaire staat
(de staat beheerst de volledige samenleving, bv manier van denken);
4. Alle andere politieke partijen zijn verboden;
5. De bevolking wordt onderdrukt met
terreur
(bangmakerij met geweld);
6. Opvolger Stalin (vanaf 1922) voert ook een
planeconomie
in (de overheid bepaalt per 5 jaar wat boerderijen en fabrieken moeten produceren)
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Welke uitspraak over het communisme is onjuist?
A
Toen Rusland een communistisch land werd, kreeg het de nieuwe naam 'de Sovjet-Unie' met een nieuwe vlag (zie plaatje hierboven)
B
Een kenmerk van het communisme is het toepassen van terreur.
C
De Russische Revolutie was in 1917
D
Stalin wordt gezien als oprichter van het communisme.
Slide 6 - Quiz
§4.2 Tussen de wereldoorlogen
Het interbellum
Slide 7 - Diapositive
Het fascisme
Kenmerken:
1. Er is een
dictator
die bepaalt wat goed is (bv Mussolini in Italie);
2. Fascisme is
anti-democratisch
en
nationalistisch
(eigen staat is belangrijkst);
3. Fascisme gaat uit van
ongelijkheid
4.
Geweld
is goed (geen woorden, maar daden),
knokploegen
(bv 'de zwarthemden' in Italie) bewaken met geweld de rust;
5. De vrouw is
ondergeschikt
: haar taak is het krijgen van kinderen.
6. Toepasen van
indoctrinatie
(het opdringen en inprenten - hersenspoeling - van jouw ideeen via media)
Volgende dia: Cliphanger 'Wat is facisme'? (1:26)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Het nationaal-socialisme, ook wel Nazi's
Kenmerken:
1. Dezelfde kenmerken als het facisme, maar dan in Duitsland o.l.v. Hitler, plus
2.
Racistisch
(arische ras het beste) door het toepassen van de
rassenleer
Polititieke partij: De NSDAP
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag
Van
paragraaf 4.2
maak je:
opdracht 1, 4, 5, 8 en 9
Slide 11 - Diapositive
Quiz
Paragraaf 4.2
Slide 12 - Diapositive
Communisme is...
A
Trots op je vaderland of volk
B
een ideologie gericht op geld verdienen
C
Te bewijzen dat je het sterkste leger hebt
D
een ideologie gericht op eerlijke verdeling
Slide 13 - Quiz
Twee uitspraken:
1. Door de Russische Revolutie werd Rusland (ook wel de Sovjet-Unie) een nationaal-socialistisch land.
2. Hiernaast zie je de vlag van Rusland.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
Twee uitspraken:
1. Het communisme, het fascisme en het nationaal-socialisme kennen alle drie een dictatuur.
2. Lenin (zie plaatje hiernaast) was een fascist.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 15 - Quiz
Welke politieke stroming heeft als kenmerk dat het racistisch is?
A
Het communisme
B
Het fascisme
C
Het nationaalsocialisme
D
Geen van de genoemde politieke stromingen is juist.
Slide 16 - Quiz
Adolf Hitler is een....
A
communist
B
fascist
C
nationaal-socialist
D
nationaal-democraat
Slide 17 - Quiz
Wat was de bijnaam van Mussolini?
A
Il duce
B
Generalissimo
C
Führer
D
Il capitano
Slide 18 - Quiz
- Verbind de begrippen aan de juiste personen
Stalin
Hitler
Mussolini
Fascisme
Communisme
Nationaal-socialisme
Duitsland
Italië
Sovjet-Unie
Slide 19 - Question de remorquage
Stel, je moet verhuizen naar een
communistisch land
, of naar een
fascistisch land
, of naar een
nationaal-socialistisch land
.
Welk land zou je dan kiezen? Leg je keuze met een goede reden uit:
timer
1:00
Slide 20 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
4.2 Tussen de wereldoorlogen
Avril 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
3.4 Fascisme
Mai 2021
- Leçon avec
20 diapositives
par
www.lessonup.io
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Examentraining
3.4 Fascisme
Avril 2022
- Leçon avec
20 diapositives
par
www.lessonup.io
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Examentraining
3.4 Fascisme
Mars 2024
- Leçon avec
20 diapositives
par
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
Fascisme
Février 2018
- Leçon avec
20 diapositives
par
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
3.4 Fascisme
Mai 2019
- Leçon avec
20 diapositives
par
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
3.4 Fascisme
Mai 2019
- Leçon avec
22 diapositives
par
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
3.4 Fascisme
Janvier 2019
- Leçon avec
22 diapositives
par
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl