Les 4 Hoofd en romp

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4 Hoofd en romp

Hoofd 

Doelen les 4

De student kent de anatomie van de wervelkolom
De student kent de functie van de wervelkolom
De student kent het verschil tussen lordose en kyfose
De student kent de basisvorm van een wervel
De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
De student weet wat een tussenwervelschijf is
De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom

De student heeft kennis van de schedelbotten

De student kent de bouw van de borstkas

Maar eerst....

Even opfrissen!!

Wat weet jij nog van les 3??

Botverbindingen (junctura) verbinden twee botten met elkaar.

1. Waar
2. Niet waar

Er zijn drie groepen botverbindingen:
bindweefselverbindingen
kraakbeenverbindingen
Synoviale gewrichten.

1. Waar
2. Niet waar

Een voorbeeld van een bindweefselverbinding is een verbinding tussen de tanden en de kaak.

1. Waar
2. Niet waar

Bindweefselverbindingen worden ook wel ligamenten genoemd.

1. Waar
2. Niet waar

Vezelig kraakbeen is een primair kraakbeengewricht.

1. Waar
2. Niet waar

Vezelig kraakbeen: bestaat uit veel collageenvezels en kan daardoor minder vervormen. (secundaire kraakbeengewrichten) Bijv. de tussenwervelschijven.

Een voorbeeld van Hyalien kraakbeen zijn de verbindingen bij de ribben.

1. Waar
2. Niet waar

Synoviale gewrichten zijn de meest voorkomende soort botverbinding in ons lichaam.

1. Waar
2. Niet waar

De knie is een synoviaal gewricht.

1. Waar
2. Niet waar

Het heupgewricht is een synoviaal gewricht. Het valt onder de categorie: Rolgewricht.

1. Waar
2. Niet waar

Het gewricht van het handwortelbeentje is een vlakgewricht.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van gewrichtsvloeistof?

1. Vergroot de stevigheid van het gewricht.
2. Zorgt voor schokdemping.
3. Versterken de verbinding tussen de boteinden.
4. Zorgt ervoor dat een pees gemakkelijk over het bot kan glijden.

Hoe zat het nu ook alweer met de verschillende assen?

Onze synoviale gewrichten kunnen op verschillende manieren bewegen.

Hoeveel bewegingsassen zijn er?

Beluister de volgende dia. (2 min)

Laten we verder gaan met les 4!

Schedel

Botten rondom schedel

De botten rondom de hersenen zijn met naden met elkaar verbonden. De hersenen liggen op de schedelbasis, die uit een aantal kleine botten bestaat.

In enkele botten zijn holtes, die in verbinding staan met de neusholte (neusbijholten, sinus paranasales). De neusbijholte in het voorhoofdsbeen heet voorhoofdsholte (sinus frontalis).

Aangezichtsbotten

De aangezichtsbotten zijn:
-  het neusbeen (os nasale)

-de bovenkaak (maxilla) met het jukbeen en de onderkaak (mandibula)

- de neusbijholte in de bovenkaak heet kaakholte (sinus maxillaris)

Schedel van een baby

Een baby heeft twee fontanellen tussen de schedelbotten. Bij de geboorte zijn de naden tussen de schedelbotten nog niet vastgegroeid. Daardoor is er ruimte voor de hersenen om te groeien. Er zijn bovendien twee grotere ruimtes tussen de botten: de voorste fontanel (ruitvormig) en de achterste fontanel (klein, driehoekig). Ze sluiten in de loop van 18 maanden.

Anatomie van de wervelkolom (ruggengraat)

7 halswervels (c1 t/m c7)

12 borstwervels (T1 t/m T12)

5 lendenwervels (L1 t/m L5)

heiligbeen (S1 tm S5)

Staartbeen (drie vergroeide wervels)

Tussen wervels bevinden zich de tussenwervelschijven

Wat is de functie
van de wervelkolom?

Functie van de wervelkolom

Beweging van de romp en de hals

Stevig en stabiel staan.

Bescherming ruggenmerg (Centrale zenuwstelsel)

Tussenschijven zorgen voor flexibiliteit

Spieren van de rug

- korte en lange spieren 

- stevigheid en houding

- beweging rug, schouder en bekken

Lordose en Kyfose

Lordose --> Kromming richting de buik

Kyfose --> Kromming richting de rug

Wat is scoliose? 

Algemene structuur wervels

Heiligbeen en het stuitje

De anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje

Wat valt je op?

Tussenwervelschijf

Kraakbeenweefsel (buitenste ring van de tussenwervelschijf)

Geleikern (Binnenste deel van de tussenwervelschrijf)

Opvangen 

Thorax

Een aantal ribben is met kraakbeen verbonden met het borstbeen. Het borstbeen is onderdeel van de schoudergordel, die de romp met de arm verbindt. De schoudergordel bestaat uit sternum, clavicula en schouderblad

(scapula). De schoudergordel verbindt de romp met de armen.

Functie borstkas?

Ribben

Aan elke zijde van de borstkas bevinden zich twaalf ribben. De ribben zijn aan de rugzijde met gewrichten verbonden met de thoracale wervels. Aan de voorzijde zijn de bovenste zeven ribben met ‘eigen’ kraakbeen verbonden met het borstbeen ( ware ribben). Andere ribben zijn via het kraakbeen van de zevende rib met het borstbeen verbonden ( valse ribben). De onderste ribben zijn zwevende ribben.

Bouw bekken(Pelvis)

de wervels van het heiligbeen (sacrum) aan de achterzijde.

links en rechts het heupbeen, dat bestaat uit drie aan elkaar gegroeide botten.

een kraakbeenschijf (schaambeenvoeg, symfyse) tussen de twee bekkenhelften aan de voorzijde.

Functie bekken

Het bekken draagt het gewicht van het bovenlichaam via het heupgewricht over op de benen. Daarnaast beschermt het de organen onder in de buik.

Doelen les 4

De student kent de anatomie van de wervelkolom
De student kent de functie van de wervelkolom
De student kent het verschil tussen lordose en kyfose
De student kent de basisvorm van een wervel
De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
De student weet wat een tussenwervelschijf is
De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom

De student heeft kennis van de schedelbotten

De student kent de bouw van de borstkas

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je geleerd? Wat is je bijgebleven?

 Huiswerk

Zie learnbeat voor week 5.