VT2a - Monday 17 Oct. - herhaling bezitt. voornm.w. & present simple (ook to be + to have got)
Welcome VT2a!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welcome VT2a!
Slide 1 - Diapositive
Planning:
Herhaling bezitt. voornm.w.
Herhaling present simple
Doe je niet mee ---> handouts exercises maken
Slide 2 - Diapositive
Wat kan je je nog herinneren over de PRESENT SIMPLE?
Slide 3 - Carte mentale
Present Simple
- iets wat je altijd, regelmatig, vaak of juist nooit doet.
- er kunnen signaalwoorden in staan zoals: always, often, never, every day, every week, usually, sometimes.
Slide 4 - Diapositive
Bevestigende zinnen
I always eat yoghurt for breakfast.
you always eat yoghurt.
He always EATS yoghurt.
She always EATS yoghurt.
It always EATS yoghurt.
We/you/they eat yoghurt.
Slide 5 - Diapositive
LET OP bij woorden die op: - ch, sh, z, s eindigen krijg je ES bij he/she/it: voorbeeld --> He never flushesthe toilet.
- bij woorden die op medeklinker + y eindigen krijg je IES op het einde bij he/she/it:
voorbeeld -> She never cries.
Slide 6 - Diapositive
Ontkenningen
I don't eat apples. (do not en don't is hetzelfde)
you don't eat apples.
He DOESN'T eat apples. (doesn't en does not is hetzelfde)
She DOESN'T eat apples.
It DOESN'T eat apples.
we/they/you don't eat apples.
Slide 7 - Diapositive
Vraagzinnen
LET OP! Bij vraagzinnen komt er geen S achter het wwoord bij he/she/it, omdat DOES al op een S eindigt!
Do I eat apples?
Do you eat apples?
DOES he eat apples?
DOES she eat apples?
DOES it eat apples?
Slide 8 - Diapositive
Present simple met TO BE
Maak de rij in je schrift (of open een WORD doc.) af:
I - am polite.
you - ...polite.
he/she/it - ...polite.
we/they/you - ...polite.
Slide 9 - Diapositive
Maak de rij af: I am polite. You...polite. he....polite.
Slide 10 - Question ouverte
Ontkennende vorm (to be)
Zelfde rij, maar nu ontkennend:
I - am not polite.
you -
he/she/it -
we/they/it
Slide 11 - Diapositive
Ontkennende vorm! I am not polite. You .... polite. He....polite.
Slide 12 - Question ouverte
Present simple met TO HAVE GOT
Bevestigende zinnen: I have got a pen.
Bij he/she/it ---> has got a pen
Ontkennende zinnen:
I haven't got a pen.
Bij he/she/it -- hasn't got a pen
Slide 13 - Diapositive
Let op! Bij vragen zi
Bij vragen zit het onderwerp TUSSEN have en got in!
Have Igot a pen?
Has shegot a pen?
Have you got a pen?
Slide 14 - Diapositive
Bezittelijke voornaamwoorden
In het Nederlands zeg je: Dit is mijn smartphone.
Dit is jouw smartphone. Ga zo maar door! Er staat dus telkens een woord achter mijn/jouw/haar/etc.
In het Engels doe je hetzelfde:
This is my phone. These are our phones.
This is your phone. These are their phones.
This is his phone. These are your phones.
This is her phone.
This is its phone.
Slide 15 - Diapositive
In het Nederlands kan je zeggen: Hey, die smarthphone is van mij. Die smartphone is van jou. Die smartphone is van hem. Ga zo maar door! Er staat dus GEEN WOORD meer achter het bezittelijk voornaamwoord in dit geval.