3.1 een huis vinden

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 10 diapositives
knmMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

10

Slide 1 - Vidéo

01:19
Een bedrijf dat huizen verhuurt, noemen we een ...

Slide 2 - Question ouverte

02:00
Op welke twee dingen moet je letten als je een huurhuis zoekt?
A
de huur en de plaats
B
de regels van de woningbouwvereniging en jouw woonwensen
C
de huurtoeslag en het inschrijfgeld

Slide 3 - Quiz

04:18
Waar kun je een huurhuis vinden?
A
bij de bank
B
bij de Belastingdienst
C
op de website van een woningbouwvereniging
D
bij de notaris

Slide 4 - Quiz

05:42
Geld dat je krijgt van de Belastingdienst voor de huur,
noemen we ...

Slide 5 - Question ouverte

06:33
Hoe noemen we de man of vrouw die je kan helpen bij het zoeken van een huis?

Slide 6 - Question ouverte

06:49
Een hypotheek is geld dat je geeft aan de bank.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

07:35
Waar ga je naar toe om een koopcontract te tekenen?

Slide 8 - Question ouverte

07:54
Je doet een bod.
Dat betekent:
A
Je vraagt hoeveel het huis kost.
B
De verkoper zegt wat de prijs is van het huis.
C
Je zegt hoeveel jij wilt betalen voor het huis.
D
Je praat met de verkoper.

Slide 9 - Quiz

09:25
Welke twee dingen betaal je aan de bank als je een koophuis hebt?

Slide 10 - Question ouverte

10:50
3.1 Een huis vinden
opdracht:
Lees tekst 3.1 in het boek nog een keer.
Zet een streep onder de moeilijke woorden.
Schrijf de betekenis erbij in je eigen taal.
Of zoek het woord op.

Slide 11 - Diapositive