Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Opening Thema groeien en bloeien
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
We spelen de quiz in groepjes. Alle groepjes die de vraag goed beantwoorden krijgen een letter. Alle letters samen vormen een woord. Het groepje dat als eerste het juiste wordt heeft, wint het spel.
Nodig:
1 Chromebook/computer per groepje en de site lessonupp.app
Slide 2 - Diapositive
In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek en de spriet.... Waar legt de koekoek zijn ei?
A
In het hoge gras
B
In de struiken
C
In een klok
D
In het nest van een andere vogel
Slide 3 - Quiz
Welk orgaan zorgt ervoor dat het bloed door ons lichaam stroomt
Slide 4 - Question ouverte
Tulp
Hyacint
Krokus
Narcis
Slide 5 - Question de remorquage
Hoe noem je het als jongens in de puberteit een lagere stem krijgen?
A
baard in de keel
B
snor in de keel
C
stemverlaging
D
overslaande stem
Slide 6 - Quiz
Wat hebben planten nodig om te groeien, maar mensen niet.
Slide 7 - Question ouverte
Hoe heet het vrouwelijk orgaan, waarin een baby groeit?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe heet het oranje gedeelte van deze bloem?
A
Blaadjes
B
Stamper
C
Wortels
D
Stengel
Slide 9 - Quiz
Tussen je 10e en 15e begint er haar te groeien bij je geslachtsdelen. Hoe noem je dit haar?
Slide 10 - Question ouverte
hoeveel botten heeft een menselijk skelet?
A
85
B
135
C
206
D
323
Slide 11 - Quiz
Wat is er aan de hand als je "vlinders" in je buik hebt?
Slide 12 - Question ouverte
In welke maand begint de lente?
A
februari
B
maart
C
april
D
mei
Slide 13 - Quiz
Probeer nu een woord te maken met alle letters die je gekregen hebt. Het groepje dat het woord als eerste raadt wint de quiz.