Persoon 1 krijgt een begrip. Gaat deze uitleggen zonder het begrip te noemen. De ander moet het begrip raden. Pas wanneer het begrip wordt geraden kan je wisselen (persoon 2 gaat dan het begrip omschrijven. Persoon 1 gaat dan raden).
Vragen?
Aan de slag!
timer
20:00
Slide 19 - Diapositive
Atlasvaardigheden: van beginner naar expert!
Tafels uit elkaar. Zelfstandig oefenen met de atlas. Tijdens de toets moet je dit namelijk ook kunnen!
Gebruik de atlas. Heb je een vraag > vingers omhoog a.u.b. Geen middelvinger.