2.4 Het Lötschental

H2 Grote natuurlandschappen op aarde
Paragraaf 2.4 Het Lötschental
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 Grote natuurlandschappen op aarde
Paragraaf 2.4 Het Lötschental

Slide 1 - Diapositive

Alpen
Alpen - midden in Europa;
             - grootste berggebied van Europa;
             - hooggebergte (meeste toppen boven 1500 m);
             - lage bevolkingsdichtheid
             - dalen zijn ingericht (steden en dorpen) (ingericht landschap)
             - Hoog in de bergen vooral natuurlandschap

Slide 2 - Diapositive

Figuur 17 en 18

Slide 3 - Diapositive

B2 Aardrijkskunde: Gebieden
Aardrijkskunde gaat over gebieden.
Gebied of regio = een stuk v. h. aardoppervlak (groot of klein)
Landschap = het zichtbare gedeelte van het aardoppervlak
Twee soorten: 
1. natuurlandschap = een landschap dat (bijna) niet door de mens is veranderd. (wordt bestudeerd door de fysische geografie)
2. ingericht landschap = een landschap door de mens is veranderd. (wordt bestudeerd door de sociale geografie)

Slide 4 - Diapositive

Topografie van het Alpengebied
CH = Zwitserland
A = Oostenrijk
D = Duitsland
F = Frankrijk
I = Italië
SLO = Slovenië
 FL = Liechtenstein






Slide 5 - Diapositive

Figuur 20 en 22

Slide 6 - Diapositive

B15 Verbanden leggen
Aardrijkskunde is relaties (verbanden) leggen tussen:
                                        verschijnselen 

                                              gebieden
Je legt uit wat ze met elkaar te maken hebben door:
- te zoeken naar verbanden tussen verschijnselen;
- te kijken naar de invloed van een verschijnsel op iets anders

Slide 7 - Diapositive

Inzoomen: het Lötschental
Lötschental: - veel hoogteverschillen (reliëf);
                           - dorpen in een rij in het dal;
                           - dal omringt door Alpentoppen, achter in dal gletsjer;


Vroeger
- dal (bijna) afgesloten van                   buitenwereld
- bewoners leefden van landbouw
- vee zomers op alpenweide
Tegenwoordig
- beter bereikbaar
- bewoners leven van toerisme
- ook hoog in de bergen ingericht landschap (skiliften, skipistes)

Slide 8 - Diapositive

Figuur 19 en 22

Slide 9 - Diapositive

Begroeiing + B51 Hoogtegordels
Hoogtegordel = zone van plantengroei in een gebergte

Berghelling
                                 eeuwige sneeuw
                                    rotsgordel
                         alpenweide
             naaldbossen
    (loofbossen)





------------------------------- boomgrens

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo