Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Van welk land viel Duitsland schepen aan, waardoor dit land ook aan de oorlog ging meedoen?
A
Rusland
B
Verenigde Staten
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 1 - Quiz
Welk land sloot in 1917 een wapenstilstand met Duitsland?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Verenigde Staten
Slide 2 - Quiz
Wat zijn de zes oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
Slide 3 - Question ouverte
Oorzaken
Aanleiding
Gevolg
Oorzaken: omstandigheden die maakt dat iets ontstaat.
Aanleiding: De belangrijkste oorzaak waaardoor iets
ontstaat
Gevolg: Hetgeen dat ontstaat door omstandigheden
Imperialisme
Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Wapenwedloop
Moord op Franz Ferdinand
Bondgenootschappen
Militairisme
Ontstaan Duitsland
Slide 4 - Question de remorquage
Welke van deze landen waren bij de Eerste Wereldoorlog betrokken?
Engeland
Frankrijk
Oostenrijk
Nederland
Duitsland
Rusland
Amerika
Japan
Turkije
Slide 5 - Question de remorquage
In de Eerste Wereldoorlog werden veel
nieuwe wapens uitgevonden. Sleep de naam van de wapens naar de juiste afbeelding.
mitrailleur
tank
vliegtuig
vlammenwerper
gifgas
duikboot
Slide 6 - Question de remorquage
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen en de Geallieerden tegen elkaar.
Sleep de gebeurtenissen die te maken hebben met de oorzaken naar de juiste plek.
Hier werd de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije vermoord
Dit land mobiliseerde als eerste het leger
Hier vond de aanleiding voor WOI plaats
Dit land koesterde wraakgevoelens voor Duitsland sinds de vorige oorlog
Dit land opende als eerste de aanval op het vijandige bondgenootschap
Dit land beschuldigde Servië van terrorisme
Slide 7 - Question de remorquage
De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog
Slide 8 - Diapositive
1917: De VS gaan meedoen
Vanaf 1917 voert Duitsland onbeperkte duikbotenoorlogtegen schepen die Groot-Brittannië bevoorraden
Aanleiding voor de Verenigde Staten om vanaf 6 april 1917 mee te gaan doen (schepen VS namelijk doelwit)
Vanaf juli 1918 10.000 Amerikaanse soldaten per dag naar Westfront
Duitse leger is hier niet tegen bestand…
Slide 9 - Diapositive
Duitsland verliest...
Vanaf eind september 1918 delen van Duitse leger in opstand => de revolutie lijkt ook in Duitsland uit te breken
De Duitse keizer Wilhelm II wordt afgezet en vlucht naar Nederland
Nieuwe Duitse regering sluit op 11 november 1918 wapenstilstand met de geallieerden
Slide 10 - Diapositive
Vredesonderhandelingen 1919
Frankrijk en Groot-Brittannië: Duitsland moet alle oorlogsschade betalen en mag nooit meer groot kunnen worden.
Verenigde Staten: Door Duitsland heel zwaar te straffen alleen maar meer problemen. Belangrijk dat Duitsland weer sterke economie krijgt
Slide 11 - Diapositive
Vredesonderhandelingen 1919
Frankrijk en Engeland zetten hun eisen door.
Wel steun aan het idee van Wilson een volkenbond op te richten
Doel: een plek waar landen afspraken met elkaar konden maken en ruzies oplossen
Probleem: geen manier om landen te dwingen
Slide 12 - Diapositive
Verdrag van Versailles
Het Verdrag van Versailles
Duitsland krijgt de schuld van de Eerste Wereldoorlog en moet de kosten van de oorlog aan Engeland, Frankrijk en België betalen (20 miljard oftewel 7 milj. kg goud)
Duitsland moet 20% land afstaan
Duitsland mag geen groot leger meer ( <100.000 soldaten )
Geen oorlogsvloot
Slide 13 - Diapositive
Wie is de schuldige van de oorlog, volgens het Verdrag van Versailles?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 14 - Quiz
Geld tekort!
In 1923 lukt het de Duitse regering niet om de herstelbetalingen te betalen.
De regering laat extra geld drukken, maar daardoor wordt het geld veel minder waard....
Een brood kost al snel 200.000 miljoen mark....
Je kunt zelfs goedkoper je geld verbranden dan er hout voor de kachel mee kopen
Slide 15 - Diapositive
Wie is de schuldige van de oorlog, volgens het Verdrag van Versailles?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 16 - Quiz
Wat stond er NIET in het verdrag van Versailles?
A
Duitsland mag nog maar 1.000.000 soldaten hebben
B
Duitsland moet herstelbetalingen doen
C
Duitsland moet 20% van het land afstaan
D
Duitsland mocht geen oorlogsvloot meer hebben
Slide 17 - Quiz
1 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
De waarde van geld daalt
B
De waarde van geld stijgt
Slide 18 - Quiz
2 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen
Slide 19 - Quiz
Life is good!
In de Verenigde Staten gaat het heel erg goed na de Eerste Wereldoorlog!
Er worden heel veel spullen gemaakt door fabrieken
Er is geld genoeg om andere landen te helpen....
Slide 20 - Diapositive
Duitsland krijgt hulp van de Verenigde Staten bij het betalen van de herstelbetalingen:
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
1 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Mensen kopen minder dan ze nodig hebben
B
Mensen kopen meer dan ze nodig hebben
Slide 28 - Quiz
2 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Fabrieken produceren weinig en duur
B
Fabrieken produceren veel en goedkoop
Slide 29 - Quiz
Crisis in de wereld
vanaf 1929
Door - overproductie van fabrieken (voorraad) - veel kopen op afbetaling - paniek op de beurs
klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
De crisis verspreidt zich naar Europa
Hoge werkloosheid
Duitsland wordt hard geraakt
Extremistische partijen groeien
Slide 32 - Diapositive
Crisis in Duitsland
Door het verdrag van Versailles wordt Duitsland het zwaar geraakt:
Hitler profiteerde van de wanhoopvan het volk:
- Hij beloofde de Duitsers werk
- Hij zou Duitsland weer sterk maken en trots (nationalisme)
Slide 33 - Diapositive
➤Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij:
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.
Slide 34 - Question de remorquage
Slide 35 - Vidéo
Waarom leent de VS geld aan Duitsland?
A
De VS wilt een nieuwe oorlog voorkomen
B
Duitsland koopt dan producten van de VS
C
Dit stond in het Verdrag van Versailles
D
De VS kreeg het geld met rente terug
Slide 36 - Quiz
Wat is een van de oorzaken van de economische crisis van 1929?
A
Mensen kochten minder spullen
B
Mensen kochten veel spullen op afbetaling
C
Fabrieken hadden te weinig producten op voorraad
D
De VS leende Duitsland te veel geld
Slide 37 - Quiz
Wat is de directe aanleiding tot de economische crisis van 1929?
A
Er ontstaat paniek op de beurs: mensen verkopen hun aandelen
B
Fabrieken hebben een te grote voorraad
C
Mensen kopen spullen op afbetaling
Slide 38 - Quiz
Hoe ontstaat er in Duitsland een grote crisis?
A
Frankrijk koopt geen producten van de VS meer
B
Duitsland weigert de herstelbetalingen te doen
C
De VS wilt het geleende geld terug
Slide 39 - Quiz
Begrippen uit deze les
Verdrag van Versailles
Crisis in Duitsland
Inflatie
Dawesplan
Economische crisis 1929
Leg aan elkaar uit!
Slide 40 - Diapositive
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 41 - Question ouverte
Noem iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen