Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
When do we use it?
To indicate something has happened in the past and is finished now.
Past Simple bevestigend
Stap 1: kijk of het werkwoord in de irregular verbs list staat. Ja? --> Stap 2 / Nee? --> Stap 3
Stap 2: schrijf de 2e vorm op
(to buy --> buy / bought / bought)
Stap 3: plak -ed achter het werkwoord
(to play --> played)
Invulopdracht / vertaal opdracht
(the man / play) piano last night?
Bevestigend veranderen in vragend.
The dog bit its owner last week.
The man (not play) piano last night.
Bevestigend veranderen in ontkenning.