V3i vrijdag 27 januari 2023

V3i, le 27 janvier 2023
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V3i, le 27 janvier 2023

Slide 1 - Diapositive

Planning 27/1:
- HW (C.E. p. 63, ex 1 tm 6)
- herhalen: imparfait + oef.
- C.O. p. 22 tm 24 ex 3 + 4

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
- je controleert of je de leestekst goed hebt begrepen
- je herhaalt de vervoeging van de imparfait en past dit toe
- je oefent de luistervaardigheid

Slide 3 - Diapositive

Les devoirs: C.E. p. 63/64

Slide 4 - Diapositive

Imparfait = Onvoltooid verleden tijd
Bijvoorbeeld: (NL)
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten, enz.

Slide 5 - Diapositive

Hoe maak je de imparfait ook alweer?

Slide 6 - Diapositive

Stap 1: nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:

(donner=geven)                     (nous) donnons
(avoir=hebben)                       (nous) avons
(faire=maken,doen)             (nous) faisons
(prendre=nemen)                  (nous) prenons
(finir=eindigen)                       (nous) finissons

Slide 7 - Diapositive

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:

(donner) donnons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 8 - Diapositive

Stap 3: achter de stam zet je de  uitgang:


(Zie volgende dia)

Slide 9 - Diapositive

"

Slide 10 - Diapositive

Dus:
(donner)  je donnais = ik gaf
(rester)  tu restais = jij bleef
(avoir) il avait = hij had
(faire) nous faisions = wij maakten/deden
(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten
(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Slide 11 - Diapositive

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

Slide 12 - Diapositive

De stam van être = ét
Dus:
j'étais = ik was
tu étais = jij was
il était = hij was
nous étions = wij waren
vous étiez = jullie waren/u was
ils étaient = zij waren

Slide 13 - Diapositive

Let op:
De verleden tijd van il y a = Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 14 - Diapositive

Even oefenen...


Slide 15 - Diapositive

Combineer de personen met de juiste uitgangen 
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 16 - Question de remorquage

(avoir, ik had) ... une bonne note

Slide 17 - Question ouverte

(parler,hij sprak) .....bien français

Slide 18 - Question ouverte

(dansen, wij dansten) .....non stop

Slide 19 - Question ouverte

(détester, jij had een hekel aan) ..... les maths?

Slide 20 - Question ouverte

(arriver, u arriveerde) .....15 minutes plus tard?

Slide 21 - Question ouverte

(inviter, hij nodigde uit) ..... ses camerades de classe

Slide 22 - Question ouverte

                               Questions?

Slide 23 - Diapositive

C.O. p. 22 tm 24 ex 3 + 4

Slide 24 - Diapositive

Bon WE!

Slide 25 - Diapositive