LES 3 GESPREKKEN VOEREN - TAAK 3 EEN DISCUSSIE VOEREN

Nederlands
TAAK 3
GESPREKKEN VOEREN

EEN DISCUSSIE VOEREN
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
TAAK 3
GESPREKKEN VOEREN

EEN DISCUSSIE VOEREN

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • maak je in week van 20 april t/m 24 april.
  • staat gelijk aan 4 lesuren Nederlands.
  • wordt gecontroleert door je docent. Deze kan in de app precies zien wanneer je wat hebt gemaakt.



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
We gaan starten met de voorbereiding op het examen Gesprekken Voeren

Na deze les:

  • heb je een discussie tussen twee mensen beoordeeld
  • heb je geoefend met het geven van je mening
  • weet je hoe je een standpunt moet onderbouwen met argumenten

Slide 3 - Diapositive

Oriënteren

We gaan nu aan de slag met een aantal oriënterende opdrachten. Je hebt voor deze opdrachten nog geen uitleg nodig. Je gaat onderzoeken welke kennis je al hebt over het voeren van een discussie.

Slide 4 - Diapositive

1. Bedenk een situatie op je werk/stage waarin jij je mening hebt gegeven. Beschrijf deze situatie.

Slide 5 - Question ouverte

2. Welke mening heb je in de beschreven situatie gegeven?

Slide 6 - Question ouverte

3. Leg uit hoe jij je mening in die situatie hebt onderbouwt.
Als je iemand van je mening probeert te overtuigen, dan moet je je mening onderbouwen. Je mening onderbouw je met argumenten. Argumenten zijn redenen waarom je een bepaald standpunt inneemt.

Slide 7 - Question ouverte

4. Noem een verschil tussen een zakelijk gesprek en een discussie

Slide 8 - Question ouverte

5. Hoe probeer jij anderen van je mening te overtuigen in een discussie?

Slide 9 - Question ouverte

6. Wat is jouw kracht tijdens een discussie?

Slide 10 - Question ouverte

7. Wat doe jij als een discussie onprettig verloopt?

Slide 11 - Question ouverte

8. Welk effect heeft het op jou als je de ander niet van jouw mening kunt overtuigen tijdens een discussie?

Slide 12 - Question ouverte

9. Schrijf op wat je wilt leren over het voeren van een discussie?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Opdracht

Bekijk eerst het filmfragment op de volgende slide. Maak daarna de opdrachten.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

1. Waar gaat de discussie in het filmfragment over?

Slide 23 - Question ouverte

2. Wat is het standpunt van Sander Schimmelpenninck?

Slide 24 - Question ouverte

3. Noem een argument waarmee hij zijn standpunt onderbouwt.

Slide 25 - Question ouverte

4. Wat is de mening van Peter Kwint?

Slide 26 - Question ouverte

5. Wat is jouw mening over het discussiepunt? Geef aan waarom dit jouw mening is.

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Je mening geven en onderbouwen

In deze opdracht geef je je mening over een aantal vragen. Onderbouw je mening steeds met een argument. Je maakt dus duidelijk waarom je deze mening hebt.

Slide 29 - Diapositive

Wat vind je belangrijker: vrienden of familie? Geef aan waarom.

Slide 30 - Question ouverte

Wat vind je belangrijker: geld of geluk? Geef aan waarom.

Slide 31 - Question ouverte

Wat vind je belangrijker: een gezin of een carrière? Geef aan waarom.

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Een discussie voorbereiden
Als je een discussie aan het voorbereiden bent, denk je na over de argumenten die je gaat gebruiken om jouw standpunt te ondersteunen. Dit gaan we nu oefenen.

Lees steeds eerst de stelling. Bedenk steeds een argument voor de stelling en een argument tegen de stelling.

Slide 34 - Diapositive

Bijvoorbeeld
Stelling:
Roken in het openbaar moet verboden worden
Argument voor:
Ja, omdat je door te roken in het openbaar het verkeerde voorbeeld geeft aan jonge kinder.
Argument tegen:
Nee, iedereen is vrij om zijn eigen keuzes te maken. Als jij in het openbaar een sigaret op wilt steken moet dat gewoon kunnen.

Slide 35 - Diapositive

Stelling 1

Er moet extra belasting geheven worden op vette en suikerrijke producten.

Slide 36 - Diapositive

Argument voor de stelling:

Slide 37 - Question ouverte

Argument tegen de stelling:

Slide 38 - Question ouverte

Stelling 2

School moet dit jaar verder gaan in de zomervakantie.

Slide 39 - Diapositive

Argument voor de stelling:

Slide 40 - Question ouverte

Argument tegen de stelling:

Slide 41 - Question ouverte

Stelling 3

Alle landen in Europa moeten dezelfde coronamaatregelen instellen.

Slide 42 - Diapositive

Argument voor de stelling:

Slide 43 - Question ouverte

Argument tegen de stelling:

Slide 44 - Question ouverte

Evalueren:
vat kort samen wat je hebt geleerd van deze les

Slide 45 - Question ouverte

Heb je nog tips, vragen of verbeterpunten. Schrijf ze hier op!

Slide 46 - Question ouverte

Slide 47 - Diapositive