3V Argumentatiestructuren Lezen H3

Argumentatie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Argumentatie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kun je onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten 
  • Kun je een argumentatie weergeven in een blokjesschema

Slide 2 - Diapositive

'Maarten is geschikt als medewerker bij Monkey Town, hij heeft namelijk ervaring als oppas.'
Wat is het argument?
A
Maarten is geschikt als medewerker bij Monkey Town
B
Hij heeft namelijk ervaring als oppas
C

Slide 3 - Quiz

'Maarten is geschikt als medewerker bij Monkey Town, hij heeft namelijk ervaring als oppas.'
Wat voor soort argument wordt hier gebruikt?
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
C

Slide 4 - Quiz

Bedenk nu zelf een waarderend argument bij het standpunt 'Maarten is geschikt als medewerker bij Monkey Town'.

Slide 5 - Question ouverte

"De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 6 - Quiz

"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want de activiteiten van een ontgroening zijn vernederend en beschamend."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 7 - Quiz

Start theorie argumentatie
blokjesschema's

Slide 8 - Diapositive

3 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

En er zijn combinaties van onder- en nevenschikking

Slide 9 - Diapositive

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 


= blokjesschema

Slide 10 - Diapositive

Basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Question de remorquage

Argumentatiestructuren (1)
Enkelvoudige argumentatie (een argument bij een standpunt)

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 12 - Diapositive

Argumentatiestructuren (2)
Onderschikkende argumentatie (een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund).
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.

Slide 13 - Diapositive

Argumentatiestructuren (3)
Nevenschikkende argumentatie (ieder argument is op zich een zelfstandig argument voor het standpunt)

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 14 - Diapositive

Oefenen

Slide 15 - Diapositive

Standpunt
Argument 1
Argument 2
De rekening was belachelijk hoog
De volgende keer nemen we een andere loodgieter
We hebben uren zitten wachten voordat hij er was

Slide 16 - Question de remorquage

Deze argumentatie noem je
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Combinatie neven- en onderschikkend

Slide 17 - Quiz

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Veel scholieren zijn verslaafd aan hun mobieltje
Mobiele telefoons zouden verboden moeten worden voor jongeren. 
Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun mobieltje

Slide 18 - Question de remorquage

Deze argumentatie noem je
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Combinatie neven- en onderschikkend

Slide 19 - Quiz

De theorie van argumentatiestructuren begrijp ik goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage