h5cijfers

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Masterclass Frans

Cijfers 0-100
herhaling:

être en avoir
futur proche




Slide 2 - Diapositive

Révision avoir et être

Slide 3 - Diapositive

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 4 - Question de remorquage

Pak je TB en ga naar bron F cijfers TB p.67

Slide 5 - Diapositive

lees de cijfers door op blz. 67 TB
timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot : 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 7 - Question de remorquage

Schrijf in het Frans de volgende getallen op: 1, 2, 3, 4, 5?

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: onze

Slide 9 - Question ouverte

60
SOIXANTE

Slide 10 - Diapositive

18
A
dix huit
B
dix-huit
C
dix-neuf
D
dix-sept

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Schrijf het getal in cijfers op:
quatre-vingt-un

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het getal in cijfers op:
soixante-dix-sept

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

vingt-neuf

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf het getal in cijfers op:
deux cent dix

Slide 16 - Question ouverte

wat valt je op aan:
21, 31, 41, 51 en 61?
wat is er anders dan aan de andere getallen boven de 20?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Lien

Aller betekent...
A
gingen
B
doen
C
gaan
D
zullen

Slide 21 - Quiz

Elle (aller)
A
vais
B
va
C
vas
D
a

Slide 22 - Quiz

Nous (aller)
A
vais
B
allez
C
allons
D
vas

Slide 23 - Quiz

vous (aller)
A
allez
B
alleriez
C
allerez
D
alliez

Slide 24 - Quiz

Hoe maak je een futur proche?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive

Nous................... à Lille (futur proche)
A
allons habiter
B
habitons
C
avons habité
D
habiterons

Slide 27 - Quiz

Wat is een futur proche?
A
Je donnerai
B
Je donnerais
C
Je vais donner
D
J’ai donné

Slide 28 - Quiz

La fin :-)

Slide 29 - Diapositive