Vragen WKPV1

Welke soorten omkoping ken je
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
HTVMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Welke soorten omkoping ken je

Slide 1 - Question ouverte

Wat wordt in het Wetboek van Stafrecht onder opzet verstaan?
A
Grove nalatigheid
B
Willens en wetens iets doen of nalaten
C
Nalaten van onvoorzichtigheid
D
Grove onachtzaamheid

Slide 2 - Quiz

In art.157 Sr wordt brandstichting strafbaar gesteld. Welke andere handelingen worden ook strafbaar gesteld?
A
Alleen brandstichting
B
Brandstichting Ontploffing
C
Brandstichting Overstroming
D
Brandstichting, Ontploffing Overstroming

Slide 3 - Quiz

Onder welke voorwaarden is naaktrecreatie toegestaan?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Boer Harm heeft per ongeluk het hek open laten staan waardoor zijn kippen op het weiland van zijn buurman lopen . Boer Harm is nu strafbaar voor?
A
Ja, art.458 SR
B
Ja, art 459 SR
C
Ja, art. 460 SR
D
Nee, het gaat hier per ongeluk.

Slide 6 - Quiz

Om strafbaar te zijn voor het zich bevinden op verboden grond (artikel 461 Sr) moet aan drie bestanddelen worden voldaan. Welk bestanddeel hoort daar niet bij?
A
Zonder daartoe gerechtigd te zijn
B
Waarvan de toegang op klaarblijkelijke wijze is verboden
C
Het bordje ‘verboden toegang art. 461 Sr’ moet duidelijk zichtbaar zijn
D
Op grondgebied wat van een ander is

Slide 7 - Quiz

Onder welke omstandigheid is er sprake van schennis van de eerbaarheid?
A
Een man urineert in een winkelcentrum zichtbaar in één van de daar staande plantenbakken.
B
Na een korfbalwedstrijd stappen jongens en meiden in de gezamenlijke kleedkamer met elkaar onder de douche.
C
Een man loopt ongekleed in zijn omheinde tuin, waarbij hij vanaf de openbare weg niet te zien is.
D
In alle hiervoor genoemde gevallen.

Slide 8 - Quiz

In november maakt een echtpaar een wandeling. Op een gegeven moment vinden ze dat de wandeling toch lang duurt, ze nemen een kortere route door het weiland, zonder dat ze daarvoor toestemming hebben.
Is er hier sprake van overtreding van artikel 460 WvSr

Slide 9 - Question ouverte

Een door diefstal verkregen fiets wordt aan een ander doorverkocht. Wanneer maakt de koper zich schuldig aan heling?
A
Wanneer de koper vermoedt dat de fiets meer waard is dan ervoor gevraagd wordt.
B
Alleen als de koper weet dat het om een gestolen goed gaat.
C
Wanneer de koper weet of moet vermoeden dat het om een gestolen goed gaat.

Slide 10 - Quiz

Binnen de gestelde grenzen heeft de opsporingsambtenaar de vrijheid om te beslissen of hij een waarschuwing geeft dan wel of hij gaat sanctioneren nadat hij een overtreding heeft geconstateerd. Hoe wordt dit genoemd?
A
Discretionaire bevoegdheid
B
Opportuniteitsbeginsel
C
Politiesepot
D
Zelfstandige keuze

Slide 11 - Quiz

Tijdens een controle in een bedrijf ziet u dat een persoon probeert weg te lopen met een goed gevulde aktetas die hij net heeft volgestopt met papieren. Wat mag u als toezichthouder met betrekking tot zakelijke gegevens en bescheiden?
A
Inzage vorderen
B
Kopieën maken
C
Korte tijd meenemen na afgifte schriftelijk bewijs
D
Alle genoemde handelingen

Slide 12 - Quiz

Een handhaver komt tijdens zijn surveillance een man tegen, die hem aanspreekt en vraagt of de handhaver voor hem een biljet van 50 euro kan wisselen. De handhaver kan niet aan die vraag voldoen, omdat hij maar 2 briefjes van 20 euro bij zich heeft. De man zegt tegen de handhaver: “Dat is prima, laat dat tientje maar zitten, dat gun ik je.”  Is de man strafbaar?
A
Nee, de man biedt de handhaver wel geld aan, maar niet in relatie tot zijn bediening.
B
Ja, hij biedt de handhaver geld aan om iets in zijn bediening te doen.

Slide 13 - Quiz

Een mevrouw doet aangifte van een poging tot woninginbraak. Na onderzoek blijkt dat ze haar sleutel was vergeten en dat ze om die reden haar ruit had vernield. Is hier sprake van het doen van een valse aangifte?
A
Ja, dat is wel aannemelijk
B
Ja, want zij heeft bewust een verkeerde voorstelling van zaken gegeven.
C
Ja, want zij doet aangifte van een strafbaar feit, terwijl zij weet dat dit feit niet gepleegd is.

Slide 14 - Quiz

Wat is het maximale aantal uren taakstraf wat je bij Halt kunt krijgen
A
10 uur
B
30 uur
C
20 uur
D
40 uur

Slide 15 - Quiz