22-9-2021 2.2

Droge gebieden
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Droge gebieden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling par 1 over tropisch regenwoud
Start nieuwe paragraaf: droge gebieden
  • Welke landschappen heb je in de drogere gebied?
  • Hoe verschillen die landschappen van elkaar?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden de verschillende lagen planten en bomen van het Tropisch Regenwoud genoemd?
A
Verdiepingen
B
Vloeren
C
Etages
D
Repen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken van ontbossing zijn ...
A
bevolkingsspreiding
B
landbouw
C
mijnbouw
D
A, B en C zijn goed

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak is juist?


A
In de tropen staat de zon midden op de dag heel laag.
B
Schuine zonnestralen geven meer warmte dan rechte zonnestralen.
C
De breedteligging is van grote invloed op de temperatuur.
D
De poolstreken liggen op lage breedte, omdat de zon schuin invalt.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!
Ontbossing
Natuurlijke hulpbronnen
Duurzaam
Herbebossing
Het kappen van bossen
Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.
Ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan.
Het opnieuw aanplanten van jonge bomen na een houtkap.

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

kleppen dicht
Tropisch regenwoud
Savanne
Steppe & Woestijn

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Savanne 
  • Ten noorden en ten zuiden van de evenaar valt een aantal maanden per jaar geen regen. Er is daar dus een droge tijd = onbetrouwbare neerslag
  • Het ligt nog wel in de tropen, maar er groeien geen tropische regenwouden meer. 
  • Het landschap bestaat uit een afwisseling van graslanden met groepen bomen en struiken.
  • De savanne in Afrika is het woongebied van groot wild als leeuwen, giraffes, olifanten en zebra’s.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Steppe
  • Een steppe is een droog gebied waar ongeveer 250 tot 500 mm neerslag per jaar valt. Gemiddeld valt er maar in drie of vier maanden van het jaar regen. 
  • Te droog voor bomen. 
  • Er valt nog net genoeg regen voor de groei van grassen en lage struikjes. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woestijn
  • In sommige gebieden valt geen of bijna geen neerslag: 0 tot 250 mm per jaar. 
  • Door de droogte groeit er bijna helemaal niets. Dat is puur woestijn. 
  • Vaak is er nog wat schaarse begroeiing van grassen en cactussen. Dat is de woestijnsteppe. 
  • De Sahara bestaat  maar voor een kwart uit zand, de rest is grind- of rotsbodem. 
  • In de winter is het op veel plekken in de Sahara niet warmer dan gemiddeld 10 °C. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oase
  • Een plek in de woestijn waar water is, heet een oase. 
  • Het water komt uit een ondergrondse waterbron (bronoase) of van een rivier die water vanuit nattere streken aanvoert (rivieroase). In een oase groeien vaak dadelpalmen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag



H2 Par 2 opdrachten 
Samenwerken mag
Je werkt in je werkboek 


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions