5.4 De opstand (2)

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Diapositive

Sleep de begrippen naar de juiste beschrijving.
Vergadering van vertegenwoordigers van de standen in een gewest.
Voorheen een graafschap of hertogdom dat tot de Nederlanden behoorden en een mate van zelfstandigheid behield
Cultuurstroming die de mens centraal stelde en de kunst uit klassieke oudheid als voorbeeld nam.
Het streven naar het behoud van privileges.
Vergadering van de vertegenwoordigers van de gewestelijke staten
Geestelijke beweging die zich kenmerkte door de studie van de klassieke oudheid en door zelfstandig en kritisch denken
Gewestelijke staten
Humanisme
Particularisme
Staten-Generaal
Gewest
Renaissance

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is geen gevolg van de centralisatie politiek van Karel V in de Nederlanden?
A
De steden raken hun privileges kwijt op gebied van bestuur en rechtspraak
B
Elk gewest moet zich nu aan dezelfde wetten houden
C
Belasting wordt gelijkgesteld in elke gewest
D
Gewestelijke bestuursorganen werden opgeheven

Slide 3 - Quiz

Plaats de onderstaande woorden op juiste plaats:
Vorst
Staten-Generaal
Raad van state
Geheime raad
Landvoogd
Gewestelijke staten
Raad van Financiën

Slide 4 - Question de remorquage

In de raad van financiën zaten zowel edelen als edelen. Elke keer als een edelman overleed werd deze vervangen door een jurist. Dit is een voorbeeld van 'centralisatie'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Enkele honderden Nederlandse edelen hadden een verzoek aan Margaretha van Parma (smeekschrift). Wat wilden de edelen?
A
Dat de vervolgingen van de protestanten zouden stoppen
B
Dat de edelen weer mochten meeregeren in de Staten-Generaal
C
Dat zij weer hun eigen regels en wetten mochten aanhouden
D
Dat zij advies mochten geven aan de landvoogd

Slide 6 - Quiz

Zou Margaretha van Parma hiermee akkoord gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Kort samengevat
1) Maarten Luther had kritiek op de kerk (luxe, aflaten, corruptie, etc.), nadat hij zijn kritiek openbaar had gemaakt begon de reformatie (kerksplitsing).

2) De reformatie leidde tot menig conflict tussen katholieken en protestanten: Boerenoorlog (Heilige Roomse rijk), Hugenotenoorlog (Frankrijk). In 1555 zou de Boerenoorlog beëindigt worden met de vrede van Augsburg waarbij elk Duitse gebied haar eigen religie mocht kiezen.

3) Karel V voerde een centralisatie en uniformeringsbeleid in zijn rijk (Heilige Roomse rijk, Spanje en Nederland). Dit kwam op fel verzet in de Nederlanden omdat de gewesten hiermee hun zelfstandigheid kwijt zouden raken. Ook was het protestantisme doorgedrongen in de Nederlanden (voornamelijk in de steden).

4) Karel V richt drie nieuwe raden op: geheime raad (nieuwe wetten en regels) bestaande uit juristen, raad van financiën (belasting) bestaande uit edelen en juristen, raad van state (politiek advies) bestaande uit edelen en juristen.


 

Slide 8 - Diapositive

Beeldenstorm
  • Hagenpreken

  • Radicale predikers roepen volgelingen op om katholieke kerken te slopen (beeldenstorm)

  • Margaretha van Parma neemt maatregelen om orde te herstellen

  • Willem van Oranje sluit in Antwerpen een godsdienstvrede

Slide 9 - Diapositive

De beeldenstorm was zowel politiek als religieus gemotiveerd. Toon dit aan.

Slide 10 - Question ouverte

Alva wordt gekroond door de duivel.
Hier zie je de edelen. Die het zwijgen wordt opgelegd.
Duizenden mensen stierven door de wreedheid van het Spaanse leger.
Hier zie je de martelingen die plaats vonden tijdens het bewind van Alva.
De vrouwen stellen de gewesten voor. Geketend aan de voeten van Alva.

Slide 11 - Diapositive

1

Slide 12 - Vidéo

02:55
De bloedraad heeft ruim 1100 mensen ter dood veroordeeld en 10.000 verbannen. Ook moest men voortaan 10% omzetbelasting betalen, zodat de Spaanse soldaten betaald konden worden.

Wat waren de gevolgen van deze maatregelen?
A
Het verzet neemt alleen maar toe, mensen gaat openlijk het gevecht aan met Spanje
B
Het verzet neemt toe, al doet men dit wel stiekem, omdat men bang is voor consequenties
C
Het verzet neemt af, vele Nederlanders vluchten, uit angst voor de harde straffen
D
Het verzet sterft helemaal uit. Nederland wordt ingelijfd bij Spanje

Slide 13 - Quiz

Begin van de Opstand
  • Raad van Beroerten (bloedraad); 11.000 opstandeling (of mensen die hiervan verdacht werden) geëxecuteerd.

  • Duizenden mensen ontvluchten Nederland waaronder Willem van Oranje, vanuit Duitsland komt hij militair in verzet > weinig mensen uit Nederland sluiten zich aan.

  • Tot de watergeuzen Den Briel in nemen. Steden zien in dat de Spanjaarden wel degelijk te verslaan zijn en sluiten zich aan bij de opstand

  • Alva treed hard op tegen de opstandige steden.

Slide 14 - Diapositive

De opstand
  • Oorlog = kost veel geld

  • Spanje vecht op dat moment in drie oorlogen: Turkije, Engeland en Nederland

  • Kortom te duur en Spanje raakt bankroet

  • Met een generaal pardon werd geprobeerd te opstand te stoppen, maar dit lukte niet.

Slide 15 - Diapositive

Leef je in; stel je bent een Spaanse soldaat die vecht in Nederland. Elke dag krijg je wat minder betaald, tot je op een dag helemaal niets meer krijgt. Wat ga je doen?
A
Je blijft loyaal, je bent immers in dienst van de Spaanse koning en die wil je niet teleurstellen
B
Je gaat plunderen, als de koning mij niet meer betaald dan zoek ik mijn eigen geld wel

Slide 16 - Quiz

Spaanse Furie

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Neergang Antwerpen, opkomst Amsterdam
  • Door de Spaanse Furie nam Amsterdam de dominante handelspositie van Antwerpen over.

  • (Rijke) Vluchtelingen uit Antwerpen trekken massaal naar Amsterdam.

  • De Nederlandse gewesten (samen met de Katholieke steden) besluiten samen te gaan werken in het verdrijven van de Spaanse soldaten (pacificatie van Gent)

  • In de zuidelijke (katholieke) gewesten gaan calvinisten (protestanten)  weer over op geweldplegingen en beeldenstormen (met medeweten van Willem van Oranje)

Slide 19 - Diapositive

Wat zou de reactie zijn van de zuidelijke gewesten op deze wreedheden?
A
Liever bij de Nederlanden dan bij de rovende/moordende Spanjaarden
B
Liever bij de Spanjaarden dan bij de rovende/moordende Nederlanden

Slide 20 - Quiz

Unie van Atrecht/Utrecht
  • De zuidelijk gewesten sluiten vrede met de Spaanse landvoogd en verenigen zich in de Unie an Atrecht.

  • Als reactie verenigen de noordelijke gewesten zich in de Unie van Utrecht

  • De laatste zou de basis vormen voor de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. (plakkaat van Verlatinghe)

1) Gewetensvrijheid; iedereen was vrij zijn geloof te kiezen
2) Vrijheden en privileges van de gewesten werden gerespecteerd
3) Gewesten behielden zelfbestuur > afgevaardigden kwamen samen in de Staten-generaal voor algemene zaken.

Slide 21 - Diapositive

1

Slide 22 - Vidéo

02:57
Stelling: met de dood van Willem van Oranje kwam er een einde aan de opstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Bestuur van de republiek
  • Maurits volgt Willem v. Oranje en ontstaan de republiek

  • Binnen de gewesten kwam de macht te liggen bij de regenten binnen de gewestelijke staten.

  • De soevereine macht kwam te liggen bij de Staten-Generaal waarin afgevaardigden van de gewestelijke staten samen kwamen voor de buitenlandspolitiek en oorlog

  • De stadhouder kwam in dienst van de Staten-Generaal als hoogste bevelhebber van het leger en de vloot

  • De nieuw benoemde raadspensionaris (landsadvocaat) werd aangesteld als hoogste politieke leider

Slide 24 - Diapositive

Bekijk het schema van de republiek.

Voorheen bepaalde de vorst de wetten. Wie bepaald dat in de republiek?
A
De Staten-Generaal
B
De Gewestelijke Staten
C
De raadspensionaris
D
De Stadhouder

Slide 25 - Quiz

Bekijk het schema van de republiek.

Als de republiek ten oorlog wil gaan, wie neemt dit besluit?
A
De Staten-Generaal
B
De Gewestelijke Staten
C
De raadspensionaris
D
De Stadhouder

Slide 26 - Quiz

Bekijk het schema van de republiek.

Wie heeft de macht binnen de republiek?
A
De Staten-Generaal
B
De Gewestelijke Staten
C
De raadspensionaris
D
De Stadhouder

Slide 27 - Quiz

Stelling: 'de oprichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden is een testament van de overwinning van het particularisme op het centralisme'.
A
Eens
B
Oneens

Slide 28 - Quiz

Plaats de volgende gebeurtenissen op volgorde:

Bloedplakkaat
Fillips II wordt heer van de Nederlanden
Fillips II vertrekt uit 
Hagenpreken
Eerste inval leger Willem
Den Briel ingenomen
Beeldenstorm
Moord op Willem van Oranje
Unie van Atrecht
Raad van Beroerten
Alva wordt landvoogd
Pacificatie van Gent
Unie van Utrecht
Smeekschrift

Slide 29 - Question de remorquage

Homework
Lezen:

Maken: opdracht 7 (hoeft niet op een A3)

Slide 30 - Diapositive