Training proeve

Proeve van Bekwaamheid
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Proeve van Bekwaamheid

Slide 1 - Diapositive

De proeve bestaat uit 7 opdrachten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Uit welke opdrachten bestaat de Proeve?

Slide 3 - Question ouverte

Je hebt een 5 klanten aan de balie, wat doe je?
A
Je werkt gewoon rustig door want iedereen moet geholpen worden.
B
Je schakelt een collega in.
C
Je loopt huilend weg want je overziet het niet meer.

Slide 4 - Quiz

De telefoon gaat, hoe neem je de telefoon op en wat vraag je allemaal aan de klant?

Slide 5 - Carte mentale

Je geeft medicatie mee aan de klant.
Wat doe je?
A
Je vraagt aan de klant of er nog vragen zijn?
B
Je legt de dosering en de toediening uit
C
Je vraagt of de dierenarts het al besproken heeft.
D
Je geeft de verpakking mee en zegt niks

Slide 6 - Quiz

Met welke wet en regelgeving hebben wij te maken in de praktijk?

Slide 7 - Question ouverte

Waar staan de afkortingen Vrij, UDA en UDD voor?

Slide 8 - Question ouverte

Welke vragen stellen we allemaal als er iemand belt dat er een huisdier is aangereden?

Slide 9 - Carte mentale

Waar staan de letters SPAR voor volgens jou?

Slide 10 - Carte mentale

Waar letten we op als we de slijmvliezen controleren?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is CRT?

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Diapositive

Wat zagen we op de vorige afbeelding?
A
Rood-ontstoken
B
Rood- zuurstofgebrek
C
Rood- geelzucht
D
Rood-afsterven

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Wat zagen we op de vorige afbeelding?
A
Blauw- geelzucht
B
blauw-Afsterven
C
Blauw-zuurstoftekort
D
Blauw-Ontstoken

Slide 16 - Quiz

Waar staan de letters KRESS voor

Slide 17 - Question ouverte

Welke soorten ademhaling kennen we?

Slide 18 - Carte mentale

Hoe controleren we de ademhaling?
A
Door te kijken naar de borst buikholte
B
Door te luisteren met de otoscoop
C
Door te vragen aan je collega of het dier nog ademt
D
Door de app op je telefoon te controleren

Slide 19 - Quiz

Een pupil en een ooglid reflex is hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een pre-anesthetisch onderzoek voeren we na de operatie uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Waar bestaat het pre anesthesisch onderzoek uit?

Slide 22 - Question ouverte

Wat zijn de normaal waardes van een hond en kat bij pre-oz?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe zat het ook alweer met de ABCDE
Andere manier om spoedonderzoek en spoedbehandeling uit te voeren: ABCDE-protocol.
  • Airway (ademhalingsstelsel): is de luchtweg vrij?
  • Breathing (ademhaling): controleer de ademhaling en slijmvliezen
  • Circulation (bloedsomloop): pols, CRT controleren en controleren op shock
  • Disabilities (afwijkingen): hersen gerelateerde afwijkingen en reflexen controleren
  • Exposure/ environment (omgeving): kijk naar buitenkant dier en lichaamstemperatuur

Slide 24 - Diapositive

Waar staan de letters van CRASH ook alweer voor?

Slide 25 - Question ouverte

Waar let je allemaal op als een dier onder narcose is?

Slide 26 - Carte mentale

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?

A
Prut in de ogen, stinkende oren en snotterige neus
B
Soepele, ongestoorde beweging
C
Verhoogde temperatuur, versnelde hartslag en ademhalingsfrequentie
D
Levendige indruk

Slide 27 - Quiz

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?

A
Vermagerd, waarbij ribben soms duidelijk uitsteken; verminderde eetlust
B
Doffe, droge vacht die er rommelig uitziet; het verenpak is opstaand
C
Schone ogen, oren en neus
D
Fiere verschijning

Slide 28 - Quiz

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?

A
In elkaar gedoken
B
Ontlasting stevig en gezonde kleur
C
Soepele schone glanzende vacht of verenpak
D
Diarree, soms met slijm en bloed, vaak te zien in de vacht rond de anus

Slide 29 - Quiz

Wat wil je bereiken met een voorlichtingsbijeenkomst?

Slide 30 - Question ouverte

Hoeveel mensen moeten er in beeld zijn bij de voorlichtingsbijeenkomst?
A
alleen het dier
B
3
C
2
D
6

Slide 31 - Quiz

Je helpt in de spreekkamer tijdens het de afspraken, wat doe je?
A
Het dier vast houden
B
De dierenarts lekker zelf alles laten doen
C
even de ramen lappen
D
Je geeft aandacht aan het dier en de eigenaar

Slide 32 - Quiz

Je moet helpen bij het vast houden van een hele boze kat, maar de eigenaar is overstuur door de hele situatie.
Hoe pak jij dit aan?

Slide 33 - Carte mentale

Waar letten we allemaal op als we een urine onderzoek doen?

Slide 34 - Carte mentale

Urine mag best een dag oud zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

De refractormeter gebruiken we voor?
A
het Soortelijk gewicht
B
Het zoeken van Wormeieren
C
Het vinden van kristallen
D
Om de geur te kunnen bepalen

Slide 36 - Quiz

Wat verteld het soortelijk gewicht ons?

Slide 37 - Question ouverte

Waar letten we op tijdens het beoordelen van een Röntgen foto?
A
Scherpte en verlichting
B
Positionering en pigmentatie
C
Centrering en Belichting
D
Diafragmeren en de kleur

Slide 38 - Quiz

Wat is belangrijk tijdens het maken van een Rontgenfoto?

Slide 39 - Question ouverte

Wat check je allemaal tijdens het klaar maken van de OK
A
Het bewakingssysteem/ anesthesie apparaat
B
De zuurstof
C
Jouw hartslag
D
Het dier

Slide 40 - Quiz

Een geamputeerde poot mag in de vuilnis bak.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Je ziet dat het zuurstof gehalte daalt op de monitor, wat doe je?

Slide 42 - Question ouverte

Wat voor gegevens noteer jij op het operatie verslag

Slide 43 - Carte mentale

Jij geeft de hond mee na sterilisatie
Wat vertel jij de eigenaar?

Slide 44 - Question ouverte

Zien we het examen zitten?
A
NEEEEEEEE
B
Ja hoor
C
Geen idee het is nog niet zover
D
We zien wel

Slide 45 - Quiz