voortplanting

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Thema 2  Planten

Basisstof 1 Voortplanting

Doelen basisstof 1

Aan het einde van de les:

Kun je het verschil benoemen tussen geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten en kun je 4 voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting bij  planten.

Planten bestaan uit 3 afdelingen.
- De wieren (algen)

- Sporenplanten

-Zaadplanten

Geslachtelijke voortplanting

• nieuwe erfelijke eigenschappen
• eigenschappen van beide ouders
• nakomelingen kunnen er anders uitzien

Hoeveel planten zijn er nodig voor geslachtelijke voortplanting?

2

Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting?

Mitose

Meiose

(geslachtelijke voortplanting)

(ongeslachtelijke voortplanting)

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.

Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.

Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.

Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.

Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Deling

Stekken

Knollen

Bollen

Uitlopers en wortelstokken

Welke manier van ongeslachtelijke voortplanting doen algen/ wieren?

Welke manieren van ongeslachtelijke voortplanting heb je geleerd?

Wat is ongeslachtelijke voortplanting

1. Wanneer en een nieuwe plant groeit uit een zaadje
2. Wanneer er een nieuwe plant groeit uit een deel van een plant

Heeft een nieuwe plant die ontstaat uit een deel van een plant dezelfde erfelijke eigenschappen dan de ouderplant?

1. Ja
2. Nee

Wat is gewone celdeling?

1. als de dochtercel de helft minder chromosomen heeft
2. Als de dochtercel hetzelfde aantal chromosomen heeft

Hoe noemen we de erfelijke eigenschappen die op de chromosomen liggen?

1. Fenotype
2. Genotype

Nu kun je aan de slag met...

• als je zo goed als alles snapte of goed kon maken                   Uit je werkboek opdr 1 t/m 3 (de uien liggen voor in het lokaal)
• Als je nog niet alles begreep ga je eerst bs 1 uit je handboek lezen daarna aan de slag met de opdrachten.
• Extra uitleg kun je vragen bij mij.