Criminaliteit KL - Les 4: Opgepakt, en dan? (leerling)

Criminaliteit
2. Opgepakt, en dan?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit
2. Opgepakt, en dan?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Lesdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat er gebeurd als je opgepakt wordt

  2. Je kunt vertellen wat de politie allemaal mag.

  3. Je kent de begrippen proces-verbaal, verdachte, fouilleren, officier van Justitie

Slide 3 - Diapositive

Opsporing
Wanneer er een misdrijf wordt gepleegd, is het de taak van de politie om de dader te vinden. Als ze vermoeden dat iemand het heeft gedaan, dan is dat de verdachte. Dat moet dus nog bewezen worden.

Slide 4 - Diapositive

Wat mag de politie?
De politie heeft een aantal mogelijkheden. Zij mogen jou nooit zomaar arresteren. Je moet eerst verdachte zijn. De politie mag dan fouilleren, arresteren of je huis doorzoeken (huiszoeking).

Slide 5 - Diapositive

Fouilleren

Slide 6 - Diapositive

Arresteren

Slide 7 - Diapositive

Huis doorzoeken

Slide 8 - Diapositive

Hoe gaat het bij een arrestatie?
Op de 2 video's op de volgende pagina's zie je hoe een arrestatie verloopt. 
  • De eerste video is eenarrestatie bij een niet zo erg misdrijf. 
  • De tweede arrestatie is een arrestatie gedaan door het arrestatieteam. Deze wordt ingezet bij zeer zware criminaliteit.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Wat mag de politie?
Als de politie klaar is met het onderzoek, dan schrijven zij een proces-verbaal
Dat is een politieverslag waarin alle informatie staat over het misdrijf en de verdachte.

Slide 12 - Diapositive

Wat mag de politie?
Als je als jongere wordt opgepakt voor een misdrijf, dan wordt je door de politie doorgestuurd naar Bureau HALT
Je moet de schade betalen en vaak een werkstraf doen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Voor welke strafbare dingen moest David bij bureau HALT verschijnen?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de bedoeling van het HALT-spreekuur waar David kwam?

Slide 16 - Question ouverte

Wat mag de politie?
Als de politie klaar is met het onderzoek, stuurt zij het proces-verbaal naar een Officier van Justitie. Dit is een medewerker van de overheid die bepaalt wat er met de verdachte gebeurt. 

Slide 17 - Diapositive

De officier van justitie
De OvJ beslist op basis van het proces-verbaal wat er met de verdachte gaat gebeuren. Er zijn hierbij 3 mogelijkheden: 
waarschuwen 
boete geven 
proces-verbaal naar de rechbank sturen> 

Naar de rechter/rechtbank

Slide 18 - Diapositive

1. Wat betekent arresteren?

Slide 19 - Question ouverte

Wat mag de politie niet?
A
fouilleren
B
arresteren
C
huis doozoeken
D
straf geven

Slide 20 - Quiz

Wat is een proces-verbaal?
A
dat je naar de rechtbank moet
B
politieverslag waarin staat waarvan je verdacht wordt.
C
dat je moet werken als straf

Slide 21 - Quiz

3. De politie mag je op straat niet zomaar aanhouden en fouilleren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat moet je meestal doen als je een HALT-straf krijgt?

Slide 23 - Question ouverte

Wat doet de officier van Justitie?
A
schrijft het proces-verbaal
B
pakt de verdachte op
C
beslissen wat er met de verdacht gaat gebeuren

Slide 24 - Quiz

Politie
Officier van justitie
Maakt een proces-verbaal.
Daagt een verdachte voor de rechter.
Arresteert de verdachte.
Legt een waarschuwing of boete op.

Slide 25 - Question de remorquage

Maken opdrachten
1 t/m 10 en de samenvatting

Slide 26 - Diapositive

Groene vragen
zijn opzoekvragen (reproductie)

Slide 27 - Diapositive

Blauwe vragen
zijn nadenkvragen

Slide 28 - Diapositive

Rode vragen
Zijn meningsvragen

Slide 29 - Diapositive