Lesson 8

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, mavo
• Leerjaar 3

Lesson 8

What are we going to do today:

1. Een hoofdstuk lezen

2. Laatste dingen voor het examen doornemen (rubric)

3. Voorzetsels 

The goal of this lesson:

- Je weet precies wat er van je wordt verwacht bij het examen.

- Je weet wanneer je welk voorzetsel moet gebruiken. 

Prepositions of place

Voorzetsels van plaats

Voorzetsels van plaats

• Je gebruikt voorzetsels van plaats om aan te geven waar iemand is. 

• Bijvoorbeeld:

• De muis staat achter de bank
• The mouse is behind the couch

Voorbeeld:

• I'm standing behind the chair.

• I'm standing in front of the chair.

• I'm standing next to the chair.

• I'm standing between the chairs.

• I'm standing on the chair.

Prepositions of Time

Plaats de voorzetsel in het huisje

in

above

behind

in front of

next to

Prepositions of time

Voorzetsels van tijd

in

IN gebruik je voor: eeuwen, jaren, maanden en langere tijdsperiodes

examples: in 2018, in June, in the past

on

ON gebruik je voor: dagen, data

examples: on Tuesday, on my birthday, on Christmas day

at

AT gebruik je voor: precieze tijden

examples: at 12 o'clock, at noon, at sunrise, at the moment

Uitzondering: at night, at the weekend, at Christmas

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

Do you take sugar __ your coffee?

1. at
2. on
3. in
4. above

She left ........ February.

1. In
2. At
3. On

We had dinner ...... the afternoon.

1. at
2. in
3. on

Her birthday is ...... 12 October.

1. at
2. in
3. on

We arrived ..... 5 o'clock .... Wednesday ..... 2005.

1. on, in, at
2. at, on, in
3. in, at, on

..... summer we often go swimming.

1. on
2. in
3. at

Our next lesson begins ..... two this afternoon.

1. on
2. in
3. at

Do you go to church ..... Sundays?

1. on
2. in
3. at

.... Easter Monday

1. in
2. on
3. at

.... 4th of July

1. in
2. on
3. at

We never do our homework ..... the evenings.

1. at
2. in
3. on

wordwall.net