Rekenen Decimalen getallen afronden

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Startrekenen 1F

Domein 1 getallen

Decimale getallen, deel 2

Doelen van deze les

- Ik kan een decimaal getal afronden. 

Regels

Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).

Let op!

Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.

Rond af op 2 decimalen 1,234

Rond af op twee decimalen:
156,75499

Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Afronden op twee decimalen 135,595996

Afronden op 2 decimalen

                 a.     5,7368

                 b.    13,6097

                 c.     0,4378

Afronden op 2 decimalen

                      Antwoorden

            a.     5,7368 -->     5,74

            b.    13,6097 -->   13,61

            c.     0,4358 -->    0,44

Afronden op een heel getal
7,934

Rond af op een heel getal.
24,4967

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt

1. 5,5
2. 5,6
3. 5,55
4. 5,7

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt

1. 16
2. 15
3. 15,5
4. 15,4

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5749 wordt

1. 4,57
2. 4,56
3. 4,55
4. 4,60