H 5.3 Leestekens en tekens bij woorden

Nederlands - Schrijven

Leestekens en tekens bij woorden 3F
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands - Schrijven

Leestekens en tekens bij woorden 3F

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Carte mentale

Welke leestekens ken je?
Noem er vier.


Slide 3 - Question ouverte

Wat is het doel van leestekens?


Slide 4 - Question ouverte

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school."
C
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school"
D
Sanne zegt "Mijn fiets staat nog op school."

Slide 5 - Quiz

Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: "Wie gaat er mee naar de Mac?"
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei "Wie gaat er mee naar de Mac?"

Slide 6 - Quiz

Tekens bij woorden- apostrof 
  • Bij meervoud en bezit na -a, -i, -u, -e, o, y, als je het anders gek uit zou spreken
agenda's, logo's, tosti's, Lisa's auto's
  • bezit na een -s klank 
Max' tas, Bas' verjaardag
  • bij weglating 
's middags, 's-Gravenhage 
  • bij afkortingen (cijfer- of letterwoord) 
a4'tje, mbo'er 

Slide 7 - Diapositive

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
agenda's, auto's, 's ochtends, Lars' scooter
B
agenda's, auto's, s ochtends, Lars scooter
C
agendas, autos, 's ochtends, Lars' scooter
D
agenda's, autos, 's ochtends, Lars's scooter

Slide 8 - Quiz

Tekens bij woorden- trema
  • als je een letter apart uitspreekt. Klinkt soms als "ieje" of "ijee"
België, officiële, zeeën 

Slide 9 - Diapositive

Welke woord moet met een trema?
A
cafe
B
kopieer
C
fantasie
D
Hygiene

Slide 10 - Quiz

Tekens bij woorden- accent
  • om aan te geven dat de klank lang (é) of kort (è/ê) wordt uitgesproken 
coupé, scène, enquête
  • om klemtoon aan te geven (alleen naar réchts) 
dat moet je zéker doen! 
  • Klinken vaak Frans

Slide 11 - Diapositive

Welke kant moet het streepje op bij de volgende woorden: oke, cafe, prive
A
Links
B
Rechts

Slide 12 - Quiz

Tekens bij woorden- weglatingsstreepje
  • Om aan te geven dat je een deel van het woord weglaat 
voor- en achterkant, in- en uitvoer, in- en uitrijden

Slide 13 - Diapositive

Hoe zou je deze twee woorden samenvoegen met een weglatingsstreepje? Import en export

Slide 14 - Question ouverte

Apostrof
Trema

Accent
tv's
paraplu's 
patiënt
crèche 
enquête 

Slide 15 - Question de remorquage

"Huiswerk" 
  • 5.3 Tekens bij woorden: opdracht 1 t/m 7 en de extra opdracht 
  • Trainers behorend bij hoofdstuk 5


Slide 16 - Diapositive