Identiteit en normen en waarden

Normen en Waarden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Normen en Waarden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedraag jij je in elke situatie met elke groep/persoon hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Dit heeft te maken met de verschillende onderdelen van je identiteit

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tolerantie betekent dat je de normen en waarden van iemand anders begrijpt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koffiedrinken omdat je dat lekker vindt is een voorbeeld van groepsdruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn waarden?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden =

  • De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn normen?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normen =

  • Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden zijn?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van waarden

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm 

niet liegen

Waarde

Eerlijkheid

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een fatsoensregel?
A
Stoppen voor het zebrapad
B
Dieren niet mishandelen
C
Op tijd komen
D
Niet dronken in het verkeer

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de volgende zaken is een waarde?
A
Niet discrimineren
B
Gelijkwaardigheid
C
Niet te laat komen
D
Opstaan voor ouderen in de bus

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'niet schelden', 'niet door elkaar heen praten' 'na 22:00 niet meer op je telefoon zitten'?
A
Norm
B
Waarde

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT
Bijvoorbeeld:

Ik sta altijd op voor ouderen (norm), omdat ik respect heb voor ouderen (waarde).

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIENDELIJKHEID

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIJHEID

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions