Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Wat is lichaamstaal?
Slide 1 - Carte mentale
Welke emotie heeft deze persoon?
Slide 2 - Question ouverte
Deze persoon is blij. Waaraan kun je dat zien?
Slide 3 - Question ouverte
Deze persoon is verbaasd. Waaraan kun je dat zien?
Slide 4 - Question ouverte
Aantekeningen Lichaamstaal en stemgebruik
Als je luistert of kijkt naar een filmpje krijg je informatie. Je krijgt niet alleen informatie door wat de personen zeggen, maar ook hoe ze het zeggen.
Slide 5 - Diapositive
Aantekeningen Lichaamstaal en stemgebruik
Waar moet je op letten?
Intonatie (stemgebruik): hard of zacht, binnensmonds of duidelijk, hoog of laag, nadruk op sommige woorden
Houding: Hoe zit of staat iemand? open houding, rechte rug, kijkt hij de ander aan?
Gebaren: gebruikt hij zijn handen om duidelijker te maken wat hij zegt?
Gezichtsuitdrukking: kun je aan zijn gezicht zien hoe hij zicht voelt? Open mond, gefronste wenkbrauwen, moet hij lachen?
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Elise is niet geïnteresseerd.. Dit kun je aan haar lichaamstaal zien. Welke dingen doet zij? Noem er meerdere.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Elise is niet geïnteresseerd.. Dit kun je aan haar lichaamstaal zien. Welke dingen doet zij? Noem er meerdere.
Slide 10 - Question ouverte
Elise is niet geïnteresseerd.. Dit merk je aan de dingen die ze zegt. Wat zegt zij?
Slide 11 - Question ouverte
Wat heb je geleerd over stemgebruik en lichaamstaal?