Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Wie is er verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van een wet?
A
Koning
B
Minister
C
Tweede Kamer
Slide 1 - Quiz
Slide 2 - Diapositive
De regering moet de Tweede Kamer controleren
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
In Nederland heeft de koning nog maar weinig macht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Regering
A
ministers en koning
B
de Tweede Kamer
C
de Eerste en Tweede kamer
D
De mensen die de koning controleren
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat weet je van de Gemeente?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat zijn de taken van de gemeente?
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
Wie is de burgemeester van Ameland?
Slide 13 - Question ouverte
Wat betekent B&W ?
A
Dikke auto
B
burgemeester en wetten
C
burgemeester en wethouders
D
burgers en wethouders
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Noem een lokale partij in de gemeenteraad van Ameland
Slide 16 - Carte mentale
Wat zijn de taken van de gemeente?
Er zijn meerdere antwoorden goed
A
Regelen van lokale belastingen zoals riool- en hondenbelasting. Ook bouwt de gemeente voldoende woningen en sportvoorzieningen.
B
De belangrijkste taak van de gemeente is het kiezen van de ministers en staatssecretarissen.
C
Het aanleggen en onderhouden van provinciale wegen en bruggen. Ook zorgt de gemeente voor voldoende ziekenhuizen.
D
Onderhouden van parken, riolen en wegen. Ook geeft de gemeente documenten uit zoals paspoorten en huwelijksakten.
Slide 17 - Quiz
Wie controleert of de burgemeester en wethouders goed hun werk doen?
A
De burgers
B
Ambtenaren
C
Een speciale commissie
D
Gemeenteraad
Slide 18 - Quiz
Een wethouder is lid van de gemeenteraad.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Wie is de voorzitter van de gemeenteraad?
A
Burgemeester
B
Fractievoorzitter van de grootste partij
C
degene die na de verkiezingen door de gemeenteraad hiervoor
gekozen word
Slide 20 - Quiz
De leden van de gemeenteraad worden door de bevolking gekozen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Wie vormen het dagelijks bestuur van een gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgemeester en wethouders
Slide 22 - Quiz
Wie controleert het B&W?
A
de koning
B
de wethouders
C
de politie
D
de gemeenteraad
Slide 23 - Quiz
Wat hoort NIET bij het gemeentebestuur?
A
Burgemeester
B
Wethouders
C
Gemeenteraad
D
Politie
Slide 24 - Quiz
De gemeenteraad houdt zich bezig met...
A
Afval
B
Rampen
C
Politie aansturen
D
Straatverlichting
Slide 25 - Quiz
Wie heeft de meeste invloed binnen de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Wethouders
C
Burgemeester
D
Burgers
Slide 26 - Quiz
Wethouders hebben dezelfde taken als ...
A
de koning
B
de burgemeester
C
de gemeenteraad
D
ministers
Slide 27 - Quiz
Wie zitten er in de gemeenteraad?
A
Burgers
B
Burgemeester
C
Volksvertegenwoordigers
D
Wethouders
Slide 28 - Quiz
De burgermeester is de baas van de gemeente?
A
Ja, zijn wil is wet in de gemeente.
B
Nee, de gemeenteraad beslist.
C
Ja, hij is de voorzitter van de gemeenteraad.
D
Nee, de wethouders beslissen.
Slide 29 - Quiz
Wie mag besluiten om een voetbalwedstrijd niet door te laten gaan in de gemeente?
A
Burgemeester
B
Minister president
C
Gemeenteraad
D
Koning
Slide 30 - Quiz
Wie binnen de gemeente voert de plannen uit?
A
Gemeenteraad
B
Burgemeester
C
College van B en W
D
Ministers
Slide 31 - Quiz
Waar moest de Amsterdamse burgemeester Halsema zich verantwoorden voor de Dam-demonstratie?
A
De gemeenteraad van Amsterdam
B
De Tweede Kamer
C
De minister van Justitie (Grapperhaus)
D
Het RIVM
Slide 32 - Quiz
Een café in Dokkum moet twee weken dicht vanwege de voortdurende verstoring van de openbare orde en veiligheid. Wie heeft het besluit om het café te sluiten genomen?
A
De burgemeester
B
De gemeenteraad
C
De politie
D
Het college van B&W
Slide 33 - Quiz
Hieronder staan acht uitspraken over de gemeentepolitiek. 1 B en W staat voor Burgers en Wethouders. 2 Samen met de wethouders bestuurt de burgemeester de stad of het dorp. 3 De gemeenteraadsleden kiezen hun burgemeester voor een periode van zes jaar. 4 Of er in een gemeente wel of geen hotel mag komen, beslist de burgemeester. 5 De gemeenteraad controleert de wethouders én de burgemeester.
Twee van de acht uitspraken zijn juist. Welke twee uitspraken zijn dat?
A
1 en 2
B
3 en 5
C
4 en 5
D
2 en 4
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Vidéo
De gemeenteraad beslist dus. Ze lijken hiermee op landelijk niveau op........?