Adjectives

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Adjectives

1. Lesopening/Lesdoel                      

2. Terugblik                                          

3. Instructie                                          

4. Begeleid inoefenen

5. Zelfstandig werken

6. Evaluatie

1. Lesopening/Lesdoel

Startactiviteit:

Who are you?

Lesdoel(en):

Gebruiken van de adjectives

 

2. Terugblik 

Tell me something about the summer holiday

3. Instructie

Bijv. naamwoorden

Je gebruikt deze om mensen of dingen te beschrijven. Het geeft informatie over een zelfstandig naamwoord. 

Staat meestal direct voor het zelfs. naamwoord, behalve bij ww als: be, become, appear, feel, look, seem en taste.

4. Begeleid inoefenen

Make 1 sentence with an adjective

5. Zelfstandigwerken

Exercises

6. Evaluatie

How do you use an adjective?

Huiswerk: -

*Plusopdracht of Klaaropdracht