Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Voorkennis
er volgen eerst een aantal vragen
Slide 1 - Diapositive
Les 3. De Islam
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Je krijgt in deze les een overzicht van de Islam.
Daarnaast heb je een samenvattingsschama.
Slide 3 - Diapositive
In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1400
C
622
D
1854
Slide 4 - Quiz
Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 5 - Quiz
De Islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden
Slide 6 - Quiz
Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah
Slide 7 - Quiz
Welke godsdienst is het oudst?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom
Slide 8 - Quiz
Hoe noemen we de vijf leefregels van de Islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam
Slide 9 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de Islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 10 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de Islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraak over de Islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.
Slide 12 - Quiz
Veel goden of één god?
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 13 - Diapositive
Mohammed
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visioen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 14 - Diapositive
Van Mekka naar Medina
Jaartal: 622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de Islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 15 - Diapositive
Terug naar Mekka
Jaartal: 630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.
Slide 16 - Diapositive
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 19 - Diapositive
Buitenkant van de moskee
Koepel => verwijst naar hemelkoepel
Minaretten => torens om het gebed vanuit op te roepen
Slide 20 - Diapositive
Moskee
De meuzzin roept vijf keer per dag op voor het gebed. Dit doet hij vanaf de toren van de moskee (minaret).
Tijdens het gebed vormen moslims rijen achter de imam. Tijdens de samenkomst houdt de imam ook een toespraak, vanaf de preekstoel (minbar) naast de nis.
Meestal kent de moskee ook een aparte vrouwenruimte. Als die er niet is, zitten vrouwen vaak achterin in de moskee.
Er staat geen meubilair in de moskee, gelovigen knielen op tapijten.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Verspreiding van de islam
Vanaf 632
Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Noem vijf landen die in de Middeleeuwen door de Arabieren zijn veroverd.
Slide 25 - Question ouverte
Splitsing in de islam
661
Als Mohammed in 632 sterft is er onduidelijkheid: wie gaat hem opvolgen?
VolgensSoennieten: de meest bekwame volgeling
VolgensSjiieten: directe familie van Mohammed
Het soennisme heeft de meeste volgelingen: ongeveer 90% van de moslims is soennitisch
Slide 26 - Diapositive
soennitisch
sjiitisch
ibadisch
Slide 27 - Diapositive
Leren van elkaar
Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.
Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
Slide 28 - Diapositive
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 29 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte