Onderdeel 2 Tekstdoelen en tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Nederlands

Cursus 1: meer dan lezen

Paragraaf 4.

    Tekstdoelen en tekstsoorten

1. 10 minuten lezen
2. Schooltaalwoorden
3. Leerdoelen (dia 5)
4. Voorkennis activeren (dia 5)
5. Uitleg (dia 10-12)
6. Aan de slag 
7. Afsluiting

Wat gaan we doen?

10 minuten lezen

Doen: 

Lees uit je leesboek.

Niet bij je? --> lees een nieuws artikel.

Hoe: 

In stilte.

Hulp:

Leesboek.

 

 

De factor

Eventueel

Het gegeven

Geregeld

Als het weer goed blijft, kunnen we morgen _____ gaan picknicken in het park.

In het succes van een sportteam is teamwerk een belangrijke _____.

Tom oefent _____ zijn woordjes voor Nederlands, zodat hij een goed cijfer kan halen.

_____ dat het buiten steeds kouder wordt, betekent dat de winter eraan komt.

Leerdoelen

• We kunnen tekstdoelen en tekstsoorten herkennen.

Tekstdoelen

Voorkennis

Tekstsoorten

Uitleg

Een schrijver wil iets bereiken met de tekst die hij/zij schrijft.

Dit noemen we een tekstdoel. We behandelen 3 tekstdoelen.

Het tekstdoel

Een reden voor een schrijver om een tekst te schrijven.

Informeren

De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Instrueren

De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.

Overtuigen

De schrijver wil dat je zijn/haar mening overneemt.

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Tekstdoel

Informeren. De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Tekstsoort

Nieuwsberichten hebben als tekstdoel om je te informeren.

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Tekstdoel

Instrueren. De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.

Tekstsoort

Spelregels hebben als tekstdoel om je te instrueren.

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Tekstdoel

Overtuigen. De schrijver wil dat je zijn/haar mening overneemt.

Tekstsoort

Een filmbespreking of filmrecensie heeft als tekstdoel om je te overtuigen.

Aan de slag

Maak: 

• Opdrachten Meer dan lezen §4 Tekstdoelen en tekstsoorten.
• Oefentoets Meer dan lezen §4

Hoe: 

Zachtjes fluisteren.

Hulp:

Lessonup, boek, docent, buur.

Afsluiten

Deze les:

1. Wat hebben we geleerd?

2. Wat was nog lastig?

3. Zijn er nog vragen?

Volgende les:

Persoonsvorm