woensdag 8 november 2023

woensdag 8 november 2023
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

woensdag 8 november 2023

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat oefen je?
1.Je vertelt over een film.
2.Je vertelt over een acteur en schrijft je verhaal op.
3.Je bedenkt voordelen en nadelen en praat over beroemd zijn.
4.Je praat en schrijft over personen in films.
5.Je bedenkt een voorstel voor een uitje; je presenteert dat.
 

Slide 4 - Diapositive

Woordenschat

Slide 5 - Diapositive

Thema 6 - Film

Slide 6 - Diapositive

gezellig
  • als je het samen met anderen prettig hebt 
  • zin: Het feest was heel gezellig.
  • zin: Het is altijd gezellig als mijn vrienden komen.
  • zin: Ik hoor een gezellig muziekje op de radio.
13

Slide 7 - Diapositive

de god
  • hoogste wezen
  • christendom, jodendom, islam, hindoeïsme
  • geloof
  • de god - de goden
  • zin: Zij bidden tot hun god.
14

Slide 8 - Diapositive

heel
  • erg 
  • zin: Hij is heel boos.
  • zin: Het duurt heel lang.
  • zin: Het kind is heel lief.
  • zin: De auto rijdt heel snel.
15

Slide 9 - Diapositive

helemaal
  • totaal 
  • zin: Ik ben helemaal klaar met de opdrachten.
  • zin: Ik zit helemaal achter in de klas.
16

Slide 10 - Diapositive

hoe
  • op welke manier 
  • vraagwoord 
  • zin: Hoe vaak ga jij naar de sportschool?
  • zin: Hoe laat is het?
  • zin: Ik weet niet hoe dat gaat.
17

Slide 11 - Diapositive

houden van 
  • liefde voelen voor iemand of iets 
  • werkwoord: ik hou van jou - wij houden van jou
  • zin: Wij houden van muziek.
  • zin: Een moeder houdt van haar kind.
18

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Waar is het gezellig?
(meer antwoorden mogelijk)
13
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


Wat vind jij gezellig?
timer
1:30
13

Slide 15 - Question ouverte

Welke woorden horen bij het woord
god
14
A
kerk, bidden, glas
B
moskee, bidden, tv
C
kerk, wiel, tandpasta
D
moskee, kerk, tempel

Slide 16 - Quiz

Iedereen kan bidden tot zijn eigen ..........
14
A
geld
B
geloven
C
gezellig
D
god

Slide 17 - Quiz

timer
1:30
15
heel

Slide 18 - Carte mentale

Wij willen allemaal .......... graag goed Nederlands leren praten.
15
A
gast
B
heel
C
nooit
D
gezellig

Slide 19 - Quiz

Ik begrijp echt niets van deze opdracht!

Welk woord hoort bij deze zin?
16
A
100% niet
B
helemaal niet
C
alles niet
D
niks

Slide 20 - Quiz

Maak een zin met met het woord:
helemaal
timer
1:30
16

Slide 21 - Question ouverte

Het vraagwoord
hoe?
gebruik ik wanneer ik wil weten.......
17
A
op welke tijd iets gaat.
B
met welke reden iets gaat.
C
op welke plaats iets is.
D
op welke manier iets gaat.

Slide 22 - Quiz


Het is een vraagwoord.
17
A
houden van
B
hoe
C
helemaal
D
liefde

Slide 23 - Quiz


Wie weet er ....... ik moet fietsen?
17
A
helemaal
B
heo
C
helemal
D
hoe

Slide 24 - Quiz

Wij .................. elkaar.
18
A
lastig
B
liefde
C
houden van
D
lopen

Slide 25 - Quiz

18
Waar houd je van?

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

schrijven

Slide 31 - Diapositive

Woordenschat

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive