Examentraining 4B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Examentraining Engels

Lesdoel

• Ik train mijn leesvaardigheid op mijn eigen niveau

Wat is het doel van begrijpend lezen?

1. Een tekst begrijpen
2. Belangrijke informatie uit een tekst halen
3. Betekenis van onbekende woorden achterhalen
4. Een tekst voor plezier kunnen lezen

Skimmen

Scannen

Intensief lezen

De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat

Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 

Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Bij welke strategie lees je de hele tekst
nauwkeurig?

1. Intensief lezen
2. Scannen/Skimmend
3. Begrijpend
4. Zoekend

Effectief of niet: leesstrategieën

Effectief

Niet effectief

Eerst de hele tekst lezen

Aantekeningen maken

Bedenken wat je al weet 

Starten met het lezen van vragen 

Starten met lange teksten

Eerst bekijken waar de tekst over gaat

Zelf bedenken wat het antwoord op de vraag kan zijn

Letten op plaatjes

Tekst

Skimmen 

(titel, plaatjes)

Stap 2

Stap 3

Stap 5

Stap 4

Stap 1

Eigen antwoord

Intensief lezen

Vraag lezen

Scannen

Globaal lezen

zoekend lezen

intensief lezen

tekst helemaal lezen

tekst goed begrijpen

specifieke informatie vinden

vinden van hoofdzaken

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?

Situatie 1: 

Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 

Situatie 2: 

Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.

Situatie 3: 

Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.

Situatie 4:

Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.

Orienterend lezen

Globaal lezen

Precies lezen

Zoekend lezen

Kritisch lezen

Engelse teksten lezen en begrijpen.

1. Lukt mij goed.
2. Gaat redelijk.
3. Vind ik lastig.
4. Lukt niet.